Tweede cao-overleg Bakkers

Bij demotie (de werknemer gaat werken in een functie die een lagere beloning kent) bieden werkgevers gedurende 6 maanden compensatie voor het verschil in loon. De compensatie bedraagt dan 50% van het verschil in loon zoals dat werd verdiend in de oorspronkelijke functie en het loon dat wordt verdiend in de lager ingedeelde functie.

In lijn met de afspraken uit de vorige cao wordt de pensioenpremie met 1,1% extra verhoogd. Werkgevers willen dat zowel het  werkgevers – als werknemersdeel van deze premieverhoging door de werknemers wordt betaald. De werknemers ontvangen in dat geval compensatie in de vorm van meer loon ter grootte van het werkgeversdeel van de pensioenpremie.

Wat werkgevers betreft wordt er gestopt met het betalen van de voor het derde WW jaar. Het zijn de werknemers die daarvoor de premie van 0,4% betalen.

Werkgevers willen geen afspraak in de CAO maken over het eerder stoppen met werken. Een CAO afspraak zou er toe leiden dat de werknemers die aan de voorwaarden voldoen het recht gaan krijgen om van de regeling gebruik te maken. Het is aan de individuele bedrijven om te bepalen of ze eerder stoppen met werken mogelijk willen maken en voor wie dat dan moet gelden. De overheid heeft deze mogelijkheid in het leven geroepen om mensen met een zwaar beroep eerder te kunnen laten stoppen met werken.

Werkgevers willen de aanvangssalarissen in het loongebouw verhogen waarbij de verhoging gefinancierd wordt door het wegvallen c.q. verminderen van de avond-/nachturen:

- Ambachtelijke bakkerijen: geen toeslagen voor het werken 18:00 uur en 22:00 uur

- Industriële bakkerijen: de toeslag voor de uren tussen 24:00 en 04:00 uur van 37% wordt verlaagd naar 34%

Werkgevers willen de bestaande regeling in de CAO voortzetten met de voorwaarde dat de vele huidige bepalingen worden geschrapt, omdat deze volgens hen te beperkend zijn gezien de verschillen die er zijn tussen de bedrijven in de bakkersbranche. Bij de volgende onderhandelingen zal duidelijk worden wat er dan nog van deze regeling overblijft.

Werkgevers hadden in het eerste cao-overleg een looptijd van 1 jaar voorgesteld met geen of maar beperkte ruimte voor een loonsverhoging. Nu geven ze aan dat een langere looptijd mogelijk ruimte biedt voor een betere loonafspraak dan bij een looptijd van 1 jaar.