Regeling Vervroegd Uittreden Gemeenten/SGO 2026
Meer tijd nodig voor de uitwerking
Tussen het kabinet en de FNV is op landelijk niveau op 18 oktober 2024 een onderhandelingsakkoord gesloten 'Gezond naar het pensioen'. Onderdeel van dit akkoord is een structurele en gerichte afspraak om vervroegd uit te kunnen treden voor mensen met zwaar werk.
In de RVU-nieuwsbrief van 3 november hebben we uiteengezet wat deze afspraak inhoudt en dat de nieuwe regeling niet klaar is voor 1 januari 2026: er is meer tijd nodig voor de uitwerking.
Hoe ver zijn we?
Op 1 januari 2026 gaat de nieuwe RVU-afspraak in, maar de nieuwe RVU-regeling zware beroepen in de cao Gemeenten/SGO is nog niet gereed: de VNG en de bonden en de landelijke toetsende instantie TNO hebben meer tijd nodig voor de uitwerking.
Op dit moment worden de 10 referentiefuncties van gangbare zware functies binnen de gemeentelijke sector getoetst. Dit vindt plaats m.b.v. het concept TNO-model. Dit proces is nog niet afgerond.
Wie heeft straks recht op RVU?
We hebben wel afspraken kunnen maken over een aantal regels van de nieuwe RVU-regeling:
- Begrenzing van functieschaal
Medewerkers met een zware functie in een functieschaal tot en met schaal 9 hebben recht op RVU. Vanuit het landelijke akkoord wordt gestuurd op een beheersbare invulling van de RVU.
De reden van begrenzing is dat medewerkers vallend in schaal 10 of hoger meer regie hebben om hun eigen duurzame inzetbaarheid te vergroten. Daarnaast hebben hogere inkomens, ook met zwaar werk, veelal meer financiële ruimte om vervroegd uit te treden door inzet van eigen middelen. - Begrenzing extra fiscale ruimte van 300 euro bruto per maand
Medewerkers tot en met schaal 6 hebben recht op extra fiscale ruimte van € 300 bruto per maand op de RVU-uitkering.
De extra fiscale ruimte wordt alleen toegekend bij zogenaamde ‘knellende situatie’ en deze moet ook worden onderbouwd. Door de grens bij schaal 6 te leggen, komt de extra fiscale ruimte ook daar terecht waar deze hard kan worden gebruikt. - Arbeidsverleden
De werknemer moet in de tien jaar direct voorafgaand aan deelname aan de RVU ten minste zeven jaar zwaar werk hebben verricht. Deze periode van 7 jaar hoeft niet aaneengesloten te zijn.
Deze afspraak is in het belang van medewerkers die vanuit het oogpunt van duurzame inzetbaarheid in een lichtere functie zijn gaan werken. Omdat duurzame inzetbaarheid belangrijk blijft, mogen 3 van de 10 jaren niet vallen onder zwaar werk. De slijtage en last van het zware werk is al eerder ontstaan en wordt dus nog meegewogen. - Maatwerk wordt geschrapt (artikel 2.11b lid 5)
Landelijk is afgesproken dat vanaf 2026 een RVU-regeling alleen gericht ingezet wordt voor werknemers in een zware functie. Er is lokaal géén maatwerk meer mogelijk.
Hoe nu verder?
De VNG en de bonden hebben afgesproken dat de nieuwe RVU-regeling voor de gemeentelijke sector start op 1 april 2026 (eerder als dit lukt). Die extra maanden zijn nodig om het proces van de 10 referentiefuncties af te ronden, het TNO-model is nog niet definitief en het organiseren van de weging van zware functies lokaal (gebruik TNO-model) en de voorwaarden/expertise hiervoor, moeten op orde zijn. Daarnaast moeten ook de HR-processen en de communicatie zijn ingericht.
Stoppen met werken in 2026: compensatieregeling ABP per 1 januari 2027
Op 1 januari 2027 is het pensioenfonds ABP van plan over te gaan naar de nieuwe regels voor pensioen. Met het afschaffen van de doorsneepremiesystematiek worden de 40- tot 68-jarigen hiervoor gecompenseerd. Deze compensatie is minder naarmate jij dichter bij jouw pensioendatum zit. Deze compensatie geldt alléén voor deelnemers die op 31 december 2026 bij ABP pensioen opbouwen.
Voor werknemers die voor 1 januari 2027 met RVU gaan (en daarmee dus uit dienst zijn) is er dus géén pensioencompensatie. Voor meer informatie: Pensioenvermogen wordt op 1 januari 2027 verdeeld | ABP. Jouw werkgever moet jou hierop wijzen.
Lees voor meer informatie de LOGA-brief.
Kijk ook op
