Periodiek overleg juni en gratis rekentool salarisverhoging ING

Tijdens de cao-onderhandelingen hebben wij veel gesproken over ontwikkeling, vooral over De Leerrekening. Via De Leerrekening krijg je toegang tot je eigen leerbudget. Vanuit de vakbonden was er veel kritiek op het aanbod en het gebruik van De Leerrekening. We hebben gevraagd om rapportages, maar ING kon deze niet volledig leveren en was daar zelf ook ontevreden over.

Om verbeteringen aan te brengen, hebben we een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van ING HR en kaderleden van de drie vakorganisaties. Deze werkgroep heeft een enquête uitgezet onder de achterban van de vakorganisaties om inzicht te krijgen in de knelpunten. Er kwamen ongeveer zeshonderd reacties binnen: een redelijk aantal, maar relatief beperkt ten opzichte van de gehele ING-populatie.

Uit de enquête blijkt dat 75% van de respondenten een leerrekening heeft geopend, maar slechts 11% daadwerkelijk een cursus heeft gevolgd. De meest genoemde problemen zijn:

Volgens De Leerrekening zijn er voor ING ongeveer 27.000 cursussen beschikbaar, waarvan slechts 12% in het Engels. De relevantie van deze cursussen voor ING-medewerkers is echter niet duidelijk. Ook zijn de KPI’s in het contract met De Leerrekening niet helder. Dit bemoeilijkt het monitoren.

Daarnaast is het budget niet flexibel: de budgetten voor Now, Next en Beyond zijn niet uitwisselbaar. In gesprekken met Finance en Tax hebben we uitgezocht of het Keuzebudget deels ingezet kan worden als aanvulling, maar hier zijn strikte voorwaarden aan verbonden.

Het contract met De Leerrekening loopt tot en met maart 2027. De werkgroep adviseert:

Er is afgesproken dat De Leerrekening eerst gedetailleerde data over het gebruik (aantallen cursussen en deelnemers in de afgelopen jaren) aanlevert. Hierna worden vervolgstappen - waaronder mogelijke contractaanpassingen - genomen.

Wij hebben al langere tijd vragen over de verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende functiestraten en schalen binnen de Global Job Architecture (GJA) van ING. Dit gaat bijvoorbeeld over hoe de doorstroom en positie van mannen en vrouwen zich verhouden binnen deze structuur. ING heeft aangegeven bereid te zijn hier nader onderzoek naar te doen.

Recent heeft ING al onderzoek gedaan naar equal pay. Daarbij is gekeken of er sprake is van onverklaarbare loonverschillen tussen medewerkers die dezelfde functie uitvoeren. Als zulke verschillen werden vastgesteld, zijn deze inmiddels gecompenseerd. Dit was een langgekoesterde wens van de vakbonden.

Toch blijven er aanvullende vragen bestaan, bijvoorbeeld: zijn er verschillen in doorgroei tussen mannen en vrouwen binnen de functieschalen? En hoe is de spreiding van gender binnen de verschillende functiestraten precies?

De vakbonden hebben hun zorgen en wensen met betrekking tot dit onderwerp gedeeld. ING heeft toegezegd vervolgonderzoek te doen naar de verdeling en doorgroeimogelijkheden van mannen en vrouwen binnen het GJA. Zodra de resultaten bekend zijn, komen we hierop terug.

Eind mei heeft ING een formele adviesaanvraag ingediend bij de Centrale Ondernemingsraad (COR) over het hybride werkbeleid. In deze aanvraag stelt ING voor om medewerkers voortaan minimaal twee dagen per week op kantoor te laten werken. Hoewel dit in eerste instantie een onderwerp is voor de COR en niet direct voor de vakbonden, hebben wij toch met ING over dit voorstel gesproken.

FNV Finance heeft dit onderwerp opgepakt vanwege de grote hoeveelheid reacties die we ontvingen van onze leden. De communicatie van ING rondom dit onderwerp werd door velen als streng en dwingend ervaren. Dit heeft tot onrust geleid. Die onrust was voor ons aanleiding om een uitvraag te doen. Er kwamen zoveel reacties binnen dat we helaas niet op alle mails persoonlijk hebben kunnen reageren. Wel hebben we álle zorgen en signalen die we ontvingen overgebracht aan ING.

In het gesprek met ING is aangegeven dat er uiteraard ruimte is om te kijken naar de persoonlijke situatie van medewerkers. Als iemand meer tijd nodig heeft om het werkpatroon aan te passen, dan is dat mogelijk. De verdere behandeling van de adviesaanvraag ligt nu bij de COR. Het is belangrijk om eventuele opmerkingen of zorgen ook rechtstreeks aan de COR te melden, zodat zij die kunnen meenemen in hun advies.