Op 29 januari vindt een belangrijk debat plaats in de Tweede Kamer over discriminatie in Nederland. Tijdens dit debat wordt besproken wat er moet gebeuren om discriminatie tegen te gaan.
De FNV heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd om bij de overheid de druk op de ketel te zetten. De overheid is immers, volgens artikel 1 van de Grondwet, verantwoordelijk voor het waarborgen van gelijke behandeling en moet actief discriminatie op de arbeidsmarkt bestrijden. Dit betekent dat er concreet beleid en acties nodig zijn om te zorgen voor een inclusieve en eerlijke arbeidsmarkt.
Discriminatie op de werkvloer is een groot probleem. Volgens recent onderzoek heeft 1 op de 10 werknemers te maken met discriminatie. Ook blijkt dat 25% van de sollicitanten tijdens het zoeken naar werk ongelijk wordt behandeld. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de betrokkenen zelf, maar ook voor de arbeidsmarkt als geheel. Mensen worden onterecht buitengesloten van kansen, wat de diversiteit op de werkvloer vermindert en de samenleving verdeelt.
De afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Zo werd vorig jaar de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie in de Eerste Kamer behandeld. Deze wet had tot doel om discriminatie tijdens sollicitaties te bestrijden door werkgevers verplicht te stellen transparanter te zijn over hun wervingsprocedures. De wet werd echter afgewezen door de Eerste Kamer vanwege bezorgdheid over administratielasten.
Dit was een gemiste kans, omdat het niet alleen om administratieve maatregelen gaat, maar om structurele veranderingen op de arbeidsmarkt. De afwijzing van die wet toont aan dat er een gebrek is aan politieke wil om discriminatie serieus aan te pakken. Maar het is juist essentieel dat de overheid nu de verantwoordelijkheid neemt en beleid ontwikkelt dat daadwerkelijk werkt.
In november 2024 werd een motie aangenomen om plannen te ontwikkelen om discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden. De FNV heeft het belang van deze motie onderstreept en pleit voor een concreet actieplan met duidelijke doelstellingen en actiepunten.
Onze belangrijkste punten zijn:
Naast de overheid spelen ook werkgevers een belangrijke rol in het bestrijden van discriminatie. Veel bedrijven doen alleen nog te weinig om discriminatie op de werkvloer te voorkomen. Dit is vooral problematisch nu er personeelstekorten zijn. Het is hypocriet van werkgevers om te klagen over personeelstekorten, maar niet te investeren in een inclusieve werkplek.
Wat werkgevers kunnen doen:
Een belangrijk aspect van de strijd tegen discriminatie is de juridische bescherming van slachtoffers. Momenteel moet het slachtoffer bewijzen dat er sprake is van discriminatie, wat het moeilijk maakt om discriminatie aan te vechten. De drempel om naar de rechter te stappen is vaak te hoog.
Voorstellen voor betere bescherming:
Discriminatie op de arbeidsmarkt is onderdeel van bredere maatschappelijke problemen, zoals armoede, de wooncrisis en de klimaatcrisis. Veel mensen met een migratieachtergrond, vluchtelingen en statushouders worden als zondebok aangewezen voor deze problemen, wat hun positie in de samenleving verder ondermijnt. Dit leidt tot meer discriminatie en uitsluiting.
De overheid moet stoppen met het negatief labelen van bepaalde groepen en zich richten op structurele oplossingen voor deze bredere maatschappelijke vraagstukken.
De overheid, vakbonden, werkgevers en de samenleving moeten gezamenlijk in actie komen om discriminatie effectief tegen te gaan. De tijd voor praten is voorbij. Het is van cruciaal belang dat er concrete maatregelen worden genomen die echt verschil maken. Een nationaal actieplan tegen discriminatie is noodzakelijk.
Meer weten, hulp nodig of wil je iets kwijt?