De FNV heeft met de Nederlandse universiteiten een onderhandelingsresultaat bereikt voor een nieuwe cao. De afspraken betekenen een koopkrachtverbetering voor werknemers, met extra aandacht voor lagere inkomens en sociale thema’s als werkdruk, sociale veiligheid en gelijk loon voor gelijk werk.
‘Deze cao is het resultaat van serieuze, constructieve onderhandelingen in een lastige tijd voor het hoger onderwijs’, zegt Sam Verduijn, cao-onderhandelaar namens FNV Onderwijs en Onderzoek. ‘We hebben ons ingezet voor een degelijke, solidaire uitkomst. Dat zie je terug in het resultaat.’
De nieuwe cao heeft een looptijd van 12 maanden. Vanaf 1 juli gaan de lonen met 2,0% omhoog én ontvangen medewerkers daarbovenop een vaste verhoging van €100 per maand. Gemiddeld betekent dit een structurele loonsverhoging van 4,2%, met uitschieters naar boven voor wie minder verdient. Medewerkers in schaal 1 gaan er bijvoorbeeld 5,6% op vooruit. Daarnaast krijgen alle medewerkers een eenmalige uitkering van €350 bruto naar rato.
‘Dat we een flink deel van de loonsverhoging in centen hebben afgesproken in plaats van procenten, is een bewuste keuze voor solidariteit. Juist mensen met een lager salaris merken de inflatie het hardst. Zij gaan er procentueel het meest op vooruit’, aldus Verduijn.
Een andere belangrijke afspraak is de oprichting van een Employability Fonds van €45 miljoen. Dit budget wordt lokaal ingezet om werknemers te helpen in tijden van bezuinigingen en reorganisaties. Verduijn: ‘De sector staat onder druk. Het Employability Fonds biedt werknemers straks scholing en begeleiding van werk naar werk, afgestemd op de situatie per instelling.’
In de nieuwe cao zetten vakbonden en werkgevers samen in op het aanpakken van sociale onveiligheid. Daarnaast is er expliciete aandacht voor gelijke beloning van mannen en vrouwen. En de urennormering wordt voortaan transparant. 'Daarmee pakken we de hoge werkdruk aan', aldus Verduijn.
De bestaande zwaarwerkregeling, die ervoor zorgt dat werknemers in zware beroepen eerder kunnen stoppen met werken, wordt verlengd tot eind 2028. Voor promovendi is afgesproken dat zij gemiddeld maximaal 20% van hun dienstverband mogen besteden aan onderwijs. Ook worden internationale medewerkers bij reorganisaties meer beschermd. Voor hen kan de ontslagbeschermingstermijn twee maanden later ingaan, om de overgang naar ander werk mogelijk te maken waardoor zij hun visum niet verliezen.
Tot slot spreken de cao-partijen af om in 2025 eenmalig €2 per werknemer af te dragen aan onderwijsvakbonden in landen waar vakbondswerk onder druk staat.
Het onderhandelingsresultaat wordt nu voorgelegd aan de leden van de FNV. Zij mogen erover stemmen en hebben dus het laatste woord.