Promovendi en postdocs mogelijk in problemen door coronavirus

Recent werd in de Tweede Kamer een onderwijsdebat gehouden. Grootste inhoudelijke punt: wat zijn de (on-)mogelijkheden om het onderwijs in de verschillende sectoren weer op te starten? In dat kader kwamen de veiligheid van het personeel en de mogelijkheid tot het verlengen van tijdelijke contracten ook even ter sprake.

Brief aan OCW en SZW

Eerder hebben we al samen met de VSNU en andere organisaties een brief gestuurd over de knelpunten bij tijdelijke dienstverbanden bij universiteiten. We stelden hierin vragen over de mogelijkheid tot verlengen van tijdelijke contracten van onderzoekers die tegen het einde van hun dienstverband aanlopen en te maken hebben met vertraging van hun onderzoek vanwege COVID-19. Naar aanleiding van deze brief werden ook in het kamerdebat vragen gesteld. 

Financiering dienstverbanden promovendi mogelijk probleem

Zoals verwacht maakte de minister Van Engelshoven in haar beantwoording duidelijk dat dienstverbanden van promovendi op basis van de cao en het burgerlijk wetboek gewoon verlengd kunnen worden. Hier zou de financiering van de verlenging misschien een probleem kunnen zijn, maar daar liet de minister zich niet verder over uit. De FNV zoekt voor de financiering oplossingen.

Tenure trackers

Bij tenure trackers – iemand die onafhankelijk onderzoek doet en toewerkt naar een vaste baan - neemt de minister het zelfde standpunt in als de FNV. Hier kunnen universiteiten gewoon eerder het besluit nemen om een vast dienstverband in een hogere wetenschappelijke functie te geven. Vooral omdat het hier om langer durende dienstverbanden gaat waarbij werkgevers al een hele goede indruk moeten hebben over de kwaliteit van de werknemer op onderwijs, onderzoek en leiderschapskwaliteiten.

Grootste problemen voor postdocs

Postdocs die tegen het einde van hun dienstverband aanlopen en vanwege de duur van de ketenbepaling nu niet meer verlengd kunnen worden, komen de grootste problemen tegen. In de Kamer werd gevraagd of deze contracten uit coulance verlengd mogen worden, zoals ook in de brief geopperd wordt. Maar de minister biedt hier vooralsnog geen ruimte en stelt dat universiteiten maar vaker een vast contract moeten geven.

Voor dat standpunt heeft de FNV in ieder geval begrip. Maar wij kennen ook de opvatting van de universiteiten: postdocs werken op tijdelijke financiering en universiteiten willen daarom geen vast dienstverband geven. Juist daarom voeren we samen met de VSNU, NWO en andere organisaties nog verder bestuurlijk overleg met de minister om ook voor deze groep oplossingen te vinden.