In oktober en november zijn wij samen met de werkgevers in alle veiligheidsregio’s geweest. Tijdens deze bijeenkomsten bespraken we de transitie van de FLO levensloopgelden naar een FLO netto spaartegoed in de jaren 2019, 2020 en 2021. De reden hiervoor was dat de levensloopregeling per 31 december 2021 afloopt. In een presentatie hebben we uiteengezet wat de gevolgen hiervan zijn.
In de PowerPoint wordt ook uitgelegd hoe het verder gaat met de opbouw van de spaartegoeden tot 225%, wat de eventuele fiscale consequenties kunnen zijn en wat je hiervoor moet ondernemen.
Tijdens de presentatie konden jij en je collega’s ook vragen stellen. De vragen die vaker terugkwamen kun je hieronder vinden. De antwoorden zijn gegeven voor de werkgevers, met onze kritische inbreng.
De medewerker is niet van het LOGA-pad af maar loopt een groot risico op een naheffingsaanslag. Het recht op de compensatieregeling vervalt.
De medewerker is niet van het LOGA-pad af. De transitiebedragen levensloop worden op de salarisrekening van medewerker gestort gelijk met een salarisbetaling zodat niet zichtbaar is welk netto bedrag er als 'werkgeversbijdrage FLO' is gestort. Hierdoor vervalt de controle mogelijkheid om vast te stellen of het doeltegoed van 225% op leeftijd 55 jaar is bereikt en ook is gestort.
Ook onder de nieuwe netto FLO-spaarregeling is de mogelijkheid bij het verlaten van de bezwarende functie het spaarsaldo af te financieren, echter niet op 210% bruto bij de levensloopregeling, maar op 225% netto (vanaf 01-01-2022).
In het FLO-akkoord is afgesproken dat partijen bij een verdere verhoging van de pensioen en AOW-leeftijd weer om de tafel gaan. Dit overleg moet nog gestart worden.
Bij loonbeslag wordt bij de werkgever beslag op het loon gelegd; het saldo op de netto FLO-spaarrekening zit niet bij de werkgever.
Er is een uitspraak van de rechtbank dat de bruto levenslooppolis niet betrokken wordt bij boedelscheiding. Hoe dit zal uitpakken bij de nieuwe netto FLO-spaarregeling is onbekend. Het is aan de rechter om in een proces vast te stellen of het spaarsaldo gelijkgesteld kan worden als 'uitgesteld loon'; daar is vooraf geen zekerheid over te geven. Maar om zo dicht mogelijk tegen de oude regeling aan te schurken wordt geadviseerd om een gewone op naam gestelde bankrekening te openen (geen en/of).
Van belang is dat de werkgever kan storten op de rekening; wij adviseren een gewone bankrekening. Als dit kan op een spaarrekening mag dat ook, maar dat doen wij dan uitsluitend op uw verzoek. Ook een buitenlandse rekening kan/mag; het is wel van belang dat ook deze bank dan valt onder een vorm van een deposito garantiestelsel; dit om te voorkomen dat ingeval van faillissement van de bank het spaarsaldo weg is.
Hierover volgt nadere info.
Deze regeling wordt pas in 2020 uitgewerkt; hierin worden de criteria opgenomen welke toeslagen het betreft en wat verstaan moet worden onder netto besteedbaar inkomen. Het is aan de medewerker om de achteruitgang als gevolg van de transitie aan te tonen.
Rabobank, ABN AMRO, ING en SNS. De hoogste kosten van een bankrekening en het gemiddelde rendementen van deze vier banken worden meegenomen in de bepaling van de werkgeversbijdrage om te komen tot een netto spaartegoed van 225% bij 55 jaar.
Het is belastingtechnisch niet toegestaan dat geld van de werknemer gestald wordt bij de werkgever. Daarnaast zou de werkgever bij uitbetaling van dit geld een boete moeten betalen van 52% (RVU-boete).
De kosten van vermogensrendementsheffing zijn voor de werknemer, deze kosten worde niet vergoed.
Advies is om hiervoor een voorschot aan te vragen bij je werkgever in afwachting van de uitwerking van de compensatieregeling.
dat zou niet verstandig zijn, tot 1 januari 2022 staat er tegoed bij Loyalis en wordt 90% daarvan uitgekeerd bij overlijden indien er een overlijdensrisicoverzekering is. Vanaf 1 januari 2022 is er geen tegoed meer Loyalis en vervalt de overlijdensrisicoverzekering. Vanaf dat moment staat het FLO-spaartegoed op je eigen rekening en valt derhalve onder het reguliere erfrecht.
Eind 2019, 2020 en 2021 ontvangt de medewerker een besluit waarin is opgenomen het transitiebedrag levensloop, de meer ingehouden loonheffing en het netto bedrag dat overgemaakt is.
Exact hetzelfde als LOGA-pad volgers, althans zij ontvangen dezelfde maandelijkse werkgeversbijdragen tot 55 jaar. Mogelijk leidt dat op 55-jarige leeftijd tot een bedrag wat gelijk is aan 225%, maar kan door verschillen in rendementen (ook rendementen uit het verleden van Loyalis) ook hoger of lager uitvallen.
Vanaf 2022 zal de werkgeversbijdrage niet meer naar Loyalis overgemaakt worden, maar naar de door de medewerker opgegeven betaalrekening voor het FLO-spaartegoed.
Dit verschilt per Veiligheidsregio; of bij je eigen leidinggevende of de afdeling P&O/HR. Vakbondsleden kunnen ook met vragen bij hun vakbond terecht.