De FNV ziet zich gesteund door het Centraal Planbureau (CPB) in haar eis voor flink hogere lonen. Het CPB constateert dat daar genoeg ruimte voor is bij bedrijven. Zij maken stevige winsten en houden die op peil door hogere prijzen aan de consument door te rekenen. Dat jaagt de inflatie aan, waardoor huishoudens armer worden.
Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter FNV: ‘Werkgevers hebben de sleutel in handen om de pijn van de inflatie bij miljoenen werkenden weg te nemen. Dat moeten zij nu zo snel mogelijk gaan doen. Maar werkgevers proberen de bal bij de overheid te leggen- die mag continu pleisters plakken en mensen compenseren voor de gestegen kosten. Wij zijn blij dat het CPB zich duidelijk uitspreekt dat hogere lonen, in de vorm van een loongolf, de oplossing zijn. Bang voor een loon-prijsspiraal hoeven we niet te zijn. Er is nu eerder sprake van een winst-prijsspiraal.’
De FNV wil dat de lonen op zijn minst meestijgen met de inflatie. Er is op veel plekken zelfs ruimte voor meer loonstijging. Ondanks de trend van hogere lonen gaan miljoenen mensen er fors op achteruit in koopkracht. Het deel van de welvaart dat naar werkenden gaat, loopt al jaren terug.
De overheid heeft een rol bij een hoger minimumloon (WML). Dat moet omhoog naar 14 euro per uur. Daarmee kan de overheid werkgevers dwingen om honderdduizenden huishoudens te helpen om rond te komen. De overheid komt te laat en veel te weinig over de brug met een verhoging van het minimumloon.
Boufangacha: ‘Dat geld zal onmiddellijk worden uitgegeven aan boodschappen en andere eerste levensbehoeften. Alleen al vanuit dat standpunt is het verstandig om dit te doen. Maar voor ons staat voorop dat mensen gewoon fatsoenlijk moeten kunnen leven van hun werk en inkomen.’