Het wetsontwerp pensioenen dat momenteel in behandeling is bij het parlement, wijkt, volgens mij, op een aantal punten af van het eerder met vakbonden overeengekomen Pensioen- en AOW-akkoord.
Zo worden in het wetsontwerp de rendementsopbrengsten verschillend verdeeld over de leeftijdscategorieën van 5 jaar. De één krijgt meer dan de ander op grond van “vastgestelde” risicohouding. Een risicohouding meten, is volgens mij niet goed mogelijk. Het is in mijn ogen alchemie oftewel uit lood goud proberen te maken.
Ook wordt het mogelijk, volgens het wetsontwerp, dat sommige leeftijdscategorieën meer geld inzetten dan zelf gespaard. Dat kan door het opheffen van de zogenaamde leenrestrictie. Als het inzetten van dat meer geld niet goed uitpakt, draaien de andere deelnemers aan het pensioenfonds op voor de gevolgen. Onbegrijpelijk. Dit zijn volgens mij nieuwe dwalingen uit de politieke hoek.
En dan is er nog een probleem, veroorzaakt door het kabinet. Het kabinet schaft de leeftijdsonafhankelijke pensioenopbouw en premie af. Door het pensioenakkoord blijft echter de leeftijdsonafhankelijke pensioenpremie. Een goede zaak omdat het stijgen van het percentage pensioenpremie met de leeftijd alleen maar leidt tot meer leeftijdsdiscriminatie dan er nu al is. Het afschaffen van de leeftijdsonafhankelijke pensioenopbouw is het wijzigen van de spelregels tijdens de wedstrijd. Werknemers van ongeveer 45 jaar worden benadeeld. Die mogen gecompenseerd worden. Die compensatiekosten lopen op doordat de rentes oplopen. Je zou denken dat de overheid, die de spelregels wijzigt, bereid is de compensatie kosten te betalen. Dat is echter niet het geval. Een grote weeffout gezien de oplopende compensatiekosten.
De politici die zeggen bezorgd te zijn over dat met het nieuwe stelsel niet het kind met het badwater wordt weggegooid, moeten zich bedenken, dat dat nieuwe stelsel nodig is door politieke obstakels. Obstakels zoals het niet mogen verhogen van pensioenen ondanks dat de pensioenvermogens 3 x zo hoog zijn sinds 2006. Het obstakel is door de politiek ingevoerd in 2007. Tot nu toe weigert een forse politieke meerderheid dat obstakel op te lossen. Het Pensioen- en AOW-akkoord, dat uitgaat van een nieuw stelsel, is daarom de enige oplossing. Dat akkoord heeft er overigens ook al voor gezorgd dat in 2020 en 2021, niet of nauwelijks gekort werd, de AOW-leeftijdsstijging is afgeremd en in 2022 de indexatiedrempel verlaagd wordt van 110% dekkingsgraad (deel indexatie) en 135% (volledige indexatie) naar 105%.
Anne van Dijk
Lid ledenparlement FNV-fractie senioren
Op persoonlijke titel.