Op 23 juni is er een overleg tussen de commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en FNV Zorg & Welzijn. In aanloop daarop hebben we een brief gestuurd waarin we input geven over de onderwerpen die we willen bespreken. Grofweg zijn dat 3 onderwerpen: organisatie van de jeugdzorg, handen aan het bed en waardering voor medewerkers.
De minister staat kritisch tegenover marktwerking in de zorg. Maar concreet zien we hier weinig van terug. De minister geeft aan een vereenvoudigde aanbestedingsprocedure te willen gaan gebruiken, maar dat blijft een vorm van marktwerking. Hij wil nu gaan onderzoeken hoe/of gemeenten structureel extra geld nodig hebben. Wij blijven echter aangeven dat het gaat om de relatie tussen professional en cliënt. Alles daaromheen zou moeten bijdragen en niet leidend moeten zijn.
Enige tijd geleden werd gepleit voor het oprichten van landelijke expertisecentra. Volgens de informatie die in de kamerbrief staat, zal dit als doel hebben om te ondersteunen bij het organiseren van passende hulp. Maar hoe kan het dat er jaarlijks 26 miljoen beschikbaar is voor het inrichten van overleg- en organisatiestructuren in plaats van inzet op daadwerkelijke 'handen aan het bed'?
Er zou structureel meer waardering voor medewerkers in de zorg moeten zijn. Maar de lonen zijn onder de afgelopen cao’s amper gestegen waardoor goed personeel de sector de rug kan gaan toekeren. Met alle gevolgen van dien. Kortom; ‘door-ontwikkelen’ en ‘rommelen in de marge’ van de ingeslagen weg gaat niets oplossen.