De Britse multinational Tate & Lyle is naar de rechter gestapt om de staking in hun Zaanse fabriek te breken. Volgens de FNV is deze sprong in het nauw slechts bedoeld als intimidatie richting de werknemers die sinds 8 juni het werk neerlegden uit onvrede over het eindbod voor een nieuwe cao van de beursgenoteerde maïsverwerker. Maandag dient de zaak voor de rechter.
FNV-bestuurder Jos Hendriks ‘Deze manier van omgaan met de rechten van je werknemers is in onze ogen ongepast en asociaal.’
Al bijna twee weken ligt het werk op de fabriek van Tate & Lyle in Koog aan de Zaan plat. De FNV is in een stevig conflict met het concern over arbeidsvoorwaarden. FNV eist dat de werkgever de automatische prijscompensatie (APC) hanteert om werknemers tegemoet te komen voor de stijgende prijzen van levensonderhoud. Een zeer proportionele eis in deze tijd. Bestuurder Jos Hendriks van FNV Voedselindustrie:‘Dit zijn werknemers die keihard werken om de kas van deze voedingsmiddelenproducent te spekken en willen daarin meedelen middels fatsoenlijke loonafspraken. De manier waarop de werkgever nu met onze eis omgaat, zegt veel over de prioriteiten van het beursgenoteerde bedrijf.’
Onder druk van de staking heeft de werkgever zijn eindbod iets verbeterd met een eenmalige uitkering en een structurele loonsverhoging. Maar Tate&Lyle weigert de APC af te spreken waarvoor de leden van FNV staken. CNV die niet meedeed met de stakingen heeft het eindbod geaccepteerd en inmiddels de cao ondertekend.
Voor de stakende FNV leden bij Tate & Lyle is het eindbod echter volstrekt onvoldoende en blijft de eis om de APC in te voeren kaarsrecht overeind. Tate&Lyle heeft de afgelopen dagen van alles geprobeerd om de staking te breken en probeert dat nu opnieuw met deze rechtszaak die op maandag 20 juni om 11.00 uur dient.