De Europese Commissie (EC) wil het machinisten makkelijker maken om de internationale grenzen over te steken. Om dat te bereiken, wil de EC de richtlijnen voor machinisten herzien. Beter gezegd: vereenvoudigen. Geen goed idee, luidde het unanieme oordeel van machinisten uit een groot aantal Europese landen die onlangs bijeen kwamen om de plannen te bespreken. Dit gaat ten koste van de spoorwegveiligheid, zo is de vrees.
FNV Spoor zet zich al langer in voor maximale veiligheid op en rond het spoor. In het verlengde hiervan maakt de bond zich óók sterk voor een gezonde toekomst van het vak machinist, binnen én buiten onze landsgrenzen. Zes kaderleden van FNV Spoor, machinisten bij NS en bij spoorgoederenvervoerder DB Cargo, bezochten daarom eind april in Brussel een tweedaagse conferentie om mee te praten over de plannen van de EC.
De conferentie was georganiseerd door de Europese Transportarbeiders Federatie (ETF), de koepelorganisatie van Europese vakbonden die de belangen behartigt van werknemers in de transportsector. Op de bijeenkomst kwamen machinisten bijeen van vakbonden uit waaronder Duitsland, Frankrijk, België, Tsjechië, Italië, Oostenrijk, Engeland en Zwitserland. Vanuit Nederland is alleen FNV Spoor actief onderdeel van de Spoorsectie van de ETF.
FNV Spoor houdt zich bewust wél met internationaal vakbondswerk bezig, zoals afgesproken op het FNV Vervoer sectorcongres. Spoorvervoerders zoals Deutsche Bahn, NS en infrabeheerder ProRail organiseren zich immers ook internationaal om zo gezamenlijk nieuwe Europese ideeën te kunnen beïnvloeden.
De EC wil het internationaal treinverkeer nu “bevorderen” en “verbeteren” door één taal in te voeren voor machinisten (Engels ligt het meest voor de hand) en tegelijkertijd de taaleis te versimpelen naar A level. Daarnaast wil de EC één certificaat dat geldig is in heel Europa. Hiermee zouden machinisten makkelijker tot over de grens kunnen werken.
Tijdens de bijeenkomst hebben onze vakbondsleden ervaringen uitgewisseld en hun bezorgdheid uitgesproken over de geplande herziening van de richtlijnen voor machinisten. Het is namelijk onze overtuiging dat de plannen vooral gericht zijn op het goedkoper maken van internationaal treinverkeer en het verder bevorderen van liberalisering en marktwerking op het spoor.
Overigens blijkt die marktwerking in de verschillende Europese landen er nog altijd heel verschillend voor te staan. De Oostenrijkers hebben er nog nauwelijks mee te maken, terwijl het verschijnsel in bijvoorbeeld Tsjechië volgens de machinisten daar al veel te ver is doorgeschoten. Tsjechië telt nu 22 verschillende privéscholen die machinistenopleidingen verzorgen, die gemiddeld maximaal slechts vier a vijf weken duren. De “afgestudeerde” machinisten gaan daarna aan de slag op vooral korte baanvakken waar ze continu het zelfde traject rijden. Deze machinisten zien de conferentiebezoekers straks liever niet op lange internationale trajecten rijden, zo luidden de overheersende gevoelens in Brussel.
Op de tweede dag van de conferentie waren ook politici uit het Europees parlement en Europese beleidsmakers aanwezig om met de machinisten in gesprek te gaan over de voorstellen. Daaruit bleek al snel dat er sprake is van een flinke kloof tussen beleid en praktijk. Het was alsof de politici een andere taal spraken. Zij verdedigden beleidsplannen die volgens de aanwezige spoorvakmensen zo goed als onuitvoerbaar zijn. Deze laatsten wezen op onder meer de nu nog geldende hoge scholingseisen en benodigde praktijkervaring op het gebied van wegbekendheid en kennis van de verschillende veiligheidssystemen. Deze eisen loslaten of versoepelen zou volgens hen een ramp betekenen voor de veiligheid op het complete Europese spoornetwerk. Helaas leken de politici en beleidsmaker die aanwezig waren op de conferentie onze zorgen niet te begrijpen en bleven de plannen verdedigen. FNV Spoor blijft zich inzetten voor maximale veiligheid op het spoor en voor een gezonde toekomst van het vak machinist, want dat is waar onze vakbond voor staat: een sterke spoorsector met gemotiveerde en goed opgeleide werknemers, waarbij veiligheid altijd op de eerste plaats staat.
Worden de plannen niettemin tóch doorgezet, dan wil de ETF dat de taaleis voor machinisten op minimaal niveau B1 blijft gehandhaafd; dat er drie certificaten komen voor machinisten, namelijk internationaal, nationaal én op bedrijfsniveau; dat de certificaten digitaal beschikbaar komen; en dat een urenregistratie verplicht wordt om controle op te lange werkdagen mogelijk te maken. Met deze eisen hoopt de ETF de schade van de Europese plannen – als die worden doorgevoerd – nog een beetje te kunnen beperken. Maar zoals gezegd, FNV Spoor en gelukkig alle aanwezige Europese vakbonden hebben zich tegen dit plan uitgesproken. De ETF denkt eraan om gezamenlijk acties te gaan voeren in heel Europa, om de landelijke politiek te beïnvloeden!
Bekijk ook het filmpje op de website van de ETF met machinisten die zich uitspreken over hun toekomst.
‘De Europese Commissie bekijkt alles vooral vanuit economische motieven, waarbij er nauwelijks rekening wordt gehouden met de spoorwegveiligheid. Je kunt dan wel één taal invoeren en de taaleis daarvoor versoepelen, maar een machinist heeft zeker in het geval van een incident contact met meerdere personen. Hierbij mag absoluut geen miscommunicatie ontstaan. En nog iets: moeten al deze andere spoorarbeiders dan straks óók die ene taal gaan beheersen? Treindienstleiders, mensen van ProRail?’
‘Hiernaast wil de Europese Commissie één certificaat dat geldig is in heel Europa. Ook dit maakt het makkelijker voor machinisten om over de grens te kunnen werken. Maar wij zien een enorm risico. Dit zet de weg open voor goedkope seizoenarbeiders die worden uitgebuit en veel te lange werkdagen maken. Zeker in combinatie met een taaleis die maar heel weinig voorstelt. Ook dit plan gaat ten koste van de spoorwegveiligheid.’
‘Met straks nóg meer commerciële partijen op het spoor wordt het er ook niet beter op. De marktwerking is wat dat betreft een storende factor en uitholling van de staatsbedrijven levert zeker geen positieve bijdrage voor een sterke spoorsector, om concurrerend te zijn voor wegtransport en de luchtvaart. Er is nog een flinke weg te gaan. Onze aandacht voor wat de EC wil mag daarom zeker niet verslappen. We moeten hier goed bovenop blijven zitten.’
‘Zolang iedereen zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt, is de situatie op het Europese spoor behoorlijk veilig. Maar als je daaraan gaat tornen, dan komt de veiligheid in het geding. En dat is wat de Europese Commissie nu doet. Die wil de marktwerking ondersteunen door machinisten onder minimale voorwaarden door Europa te kunnen laten tuffen. Dit realiseren zonder dat daarbij de spoorwegveiligheid in het geding komt en zonder dat daarbij concurrentie op arbeidsvoorwaarden ontstaat, is een utopie.’
‘Niet alleen qua spoorwegveiligheid zien we bij FNV Spoor deze wijziging niet zitten, het zet ook de deur open voor sociale dumping, zoals in het wegtransport. Met andere woorden: dan kan men in iedere lidstaat uiteindelijk gaan werken met machinisten uit lagelonenlanden die ver van huis, tegen zeer lage salarissen, moeten werken en onder erbarmelijke omstandigheden worden gehuisvest, ten koste van banen met serieuze arbeidsvoorwaarden. Sociale dumping zal niet direct haar intreden in Nederland doen, maar met het plan om de taaleis te liberaliseren zet je de deur daar wel voor open.’
‘Ik kan wel 100.000 redenen verzinnen waarom dit niet goed is. Dit is gewoon een slecht idee. Daarom moeten we duidelijk tegen de plannen ageren: niét doen. Machinist zijn is een vak, en aan dat vak mag je eisen stellen. Niet uithollen. Dat is dood in de pot. We hebben al voorbeelden gezien van bijvoorbeeld een buitenlandse cargomachinist die in Venlo vanwege wegonbekendheid een verkeerd spoor op reed en botste op een andere trein. En onlangs meldde een Poolse machinist zich bij de Railverkeersleiding en vroeg waar hij de A2 kon vinden naar Amsterdam. Die reed op ons spoorwegnet rond met een routekaart voor auto’s voor zijn neus. Wat staat ons met de plannen van de Europese Commissie allemaal nog meer te wachten?’