De COR van Eneco heeft met succes artikel 26 WOR ingezet: het beroepsrecht van de ondernemingsraad. De ondernemingskamer (OK) heeft het handelen van de commissarissen, bestuurders en de aandeelhouderscommissie (AHC) getoetst en kwam tot zeldzaam harde conclusies. De COR kreeg gelijk. Wat aantoont: naar de OK stappen, kan lonen.
De COR eiste een onderzoek naar de gang van zaken rond de geplande verkoop van Eneco, een proces dat al anderhalf jaar loopt. De COR vond dat aandeelhouders en de voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC) afspraken gemaakt hadden die aan het ondernemingsbestuur zijn voorbehouden. Ook stelde de COR te zijn gepasseerd bij het ontslag van de bestuursvoorzitter en het aanstellen van zijn vervanger.
De rechter is het met de COR eens dat de aandeelhouderscommissie vermoedelijk uit was op ‘het verwerven van een mate van zeggenschap over het privatiseringstraject die niet strookt met de bij aanvang daarvan gemaakte afspraken’. De OK gelast een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Eneco in. In het bijzonder met betrekking tot:
Ten aanzien van artikel 30 (adviesrecht benoeming/ontslag bestuurder) oordeelt de OK: ‘Een zorgvuldig medezeggenschapstraject is niet gevolgd.’ Bij wijze van onmiddellijke voorziening schorst de OK de voorzitter van de RvC en benoemt een tijdelijk voorzitter. Dit geheel volgens het verzoek van de ondernemingsraad van Eneco.
De COR heeft dus met succes zijn uiterste machtsmiddel ingezet. Hij heeft zijn rechten opgeëist en invloed uitgeoefend op het hoogste niveau, de strategie van de onderneming. De RvC heeft vergeefs aangevoerd dat de indiening van het enquête-verzoek misbruik van recht zou zijn: de OK stelt expliciet dat de aan de or toegekende enquêtebevoegdheid niet beperkt is tot medezeggenschapsrechtelijke kwesties. De or kan in zijn verzoek ook andere redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken aan de orde stellen. De COR van Eneco heeft dat terecht gedaan.
FNV ziet het beroepsrecht als het ultieme middel om gezond tegenwicht te vormen in het ondernemingsbestuur. Daar zijn zowel de toekomst van de organisatie als de werknemersbelangen mee gediend. Deskundigen zijn van mening dat or’s te weinig gebruik maken van dit recht. Dat is een gemiste kans voor de eigen organisatie, maar ook voor de medezeggenschap in zijn geheel. Als meer or’s op deze manier assertiever zouden zijn, is dat een signaal voor de andere stakeholders in het ondernemingsbestuur dat de medezeggenschap een factor is om serieus rekening mee te houden.
De FNV heeft een nieuwe website. Hierdoor kan het zijn dat links op deze pagina niet werken of afbeeldingen niet zichtbaar zijn. Excuses voor het ongemak.