Gisteren vond de 4e onderhandelingsronde voor een nieuwe cao Bouw & Infra plaats. Deze cao moet ingaan per 1 januari 2024.
De hele dag ging op aan vrij technische discussies over de invoering van een nieuw functie- en loongebouw en het werven van voldoende leerlingen voor de bouw. Belangrijke onderwerpen, maar toch werden we ongeduldig. Want we wilden zeker niet de dag afsluiten zonder dat werkgevers echt een bod hebben gedaan. En dat hebben we geweten, want in de avond kregen we een ‘totaalbod’ van werkgevers.
Het totaalbod kun je op de website van Bouwend Nederland teruglezen. Dit bod voldoet op geen enkele manier aan onze vraag (pdf). Het loonbod is te laag en werkgevers weigeren met ons in gesprek te gaan over de invoering van automatische prijscompensatie, zodat voortaan de inflatie automatisch gecompenseerd wordt.
Daarnaast doen werkgevers welgeteld één nietszeggend voorstel voor UTA medewerkers. Een voorstel waarbij je overwerk vergoed krijgt als het én in opdracht is van je werkgever én van aanmerkelijke omvang is. En dan ook nog eens voor een heel klein groepje mensen dat nog aan het begin van hun loonschaal zit. Als je dan iets meer gaat verdienen verlies je je recht op betaling van overwerk. Zo werkt het niet in de praktijk. Je gaat niet bellen met het hoofdkantoor als je op de bouwplaats langer moet doorwerken omdat de betonwagen in de file stond. En wat is dan ‘aanmerkelijke omvang’?
Het gezamenlijke onderzoek van werkgevers en werknemers naar UTA is door 2.099 werknemers en 662 werkgevers ingevuld. Zij maakten zich in grote getalen zorgen over de werkdruk. En toch zien we over dit onderwerp helemaal niets terug in dit ‘totaalbod’.
Er is dus nog heel veel te doen als we volgende week donderdag op 23 november aanschuiven voor de vijfde ronde. Komende dinsdag komt eerst onze cao-adviescommissie bij elkaar. Een groep leden die werkzaam zijn in de sector. We gaan ervanuit dat zij tot dezelfde conclusie komen: veel te weinig en er mist veel te veel.