Het gerechtshof in Den Haag heeft 1 juni arrest gewezen in de zaak die de FNV namens leden die werk(t)en bij PontMeyer heeft aangespannen. De rechtbank geeft de FNV op het belangrijkste punt gelijk. Bij een aantal medewerkers heeft Pontmeyer de automatische cao-verhogingen en eenmalige uitkeringen, die zij jarenlang ontvingen, bij de introductie van een nieuw collectief beloningssysteem van de ene op de andere dag stopgezet.
Deze verhogingen en uitkeringen moet het bedrijf met terugwerkende kracht vanaf 2012 alsnog gaan uitbetalen.
Peter Ansems, bestuurder FNV Bouwen en Wonen: ‘In deze beslissing is onze belangrijkste eis toegewezen: de doorbetaling van de cao-verhogingen en eenmalige uitkeringen op grond van artikel 21 van de cao-Houthandel. Dat is geweldig nieuws. Het jarenlange geduld en de standvastigheid van onze leden is beloond!’
Het lijkt erop dat dit vonnis een belangrijk precedent schept. Volgens het Hof zijn de cao-verhogingen en eenmalige uitkeringen die jarenlang zijn ontvangen door de medewerkers als een arbeidsvoorwaarde aan te merken. PontMeyer mocht die niet eenzijdig wijzigen op de manier waarop zij dat heeft gedaan. Het beroep van PontMeyer op de slechte bedrijfseconomische omstandigheden als gevolg van de economische crisis mocht niet baten. Volgens het Hof was het bedrag dat met de afschaffing van cao-verhogingen werd bespaard, mede gelet op de verhoging van het salaris van de directieleden in dezelfde periode, financieel niet van wezenlijke betekenis voor de onderneming.
De uitspraak betekent dat PontMeyer aan de medewerkers die niet akkoord zijn gegaan met de door het bedrijf aangeboden afkoopregeling, met terugwerkende kracht vanaf 2012 de cao-verhogingen alsnog moet betalen. Daarbovenop moet PontMeyer volgens het Hof ook een wettelijke verhoging van 15% en de wettelijke rente betalen. Ansems: ‘Bij elkaar gaat dit om een aanmerkelijk bedrag. We gaan nu in overleg met de leden hoe we de vordering bij PontMeyer gaan neerleggen.’