Grote verbetering van nettoloon in bouw per 1 januari 2021

Jouw loon in de bouw zal in 2021 netto behoorlijk stijgen. Dit komt doordat per 1 januari 2021 verschillende premies die worden ingehouden op je loon zijn veranderd, of ze houden op te bestaan. Daarnaast heeft ook -in mindere mate- een iets lager belastingtarief effect.

Bekijk de rekenvoorbeelden

Een paar voorbeelden. Let op: Bij de voorbeelden van loongroep A en D is niet vermeld dat apart nog een storting in het Tijdspaarfonds wordt gedaan.

Loongroep A (bijvoorbeeld de opperman of de bouwplaatshulp)
Een werknemer in loongroep A met een bruto salaris van € 2291 per vier weken ontving in 2020 een netto salaris van € 1567. Met hetzelfde bruto salaris ontvangt deze werknemer € 1656 netto. Een verhoging van
€ 89 in 2021.

Loongroep D met 10% prestatietoeslag (bijvoorbeeld de timmerman I en de metselaar I)
Deze werknemer verdient bruto per vier weken € 3032. In 2020 was zijn nettoloon nog € 1824. In 2021 zal dit stijgen naar € 1928. Een verhoging van € 104.

UTA-werknemers

Voor UTA werknemers is de netto stijging lager, maar nog altijd groot. De vervallen premie was lager. Voor de verschillende functiegroepen komt het neer op het volgende:

Dit is exclusief vakantietoeslag en de budgetten voor duurzame inzetbaarheid en dagen.

Waardoor ontstaan de verschillen?

De grootste verandering komt door het wegvallen van de zogenaamde 55- premies. Een overgangsregeling voor mensen die rond 2005 in de sector werkzaam waren en ook in de sector zijn gebleven. Daarnaast is de pensioenpremie gestegen om de pensioenopbouw gelijk te kunnen houden. En de premie voor de PAWW zou stijgen naar 0,5%, maar is 0,4% gebleven. PAWW is het fonds dat ervoor zorgt dat je langer WW-uitkering ontvangt dan standaard. Verder heeft de overheid een iets lager belastingtarief vastgesteld voor 2021.

Natuurlijk hebben we de berekeningen zorgvuldig opgesteld, maar de werkelijke bedragen kunnen anders zijn.