De mannen hebben er al een lang leven in loondienst op zitten, maar halen nu veel voldoening uit hun vrijwilligerswerk bij het FNV.
Jan Gankema (76) uit Rolde is al lid sinds 1965, waarvan dik 50 jaar kaderlid. Hij is coördinator van het Vakbondshuis Assen, beheerder en gecertificeerd consulent Werk & Inkomen. Ook Arjan Roenhorst (64) is al heel wat jaren lid en zet zich sinds een drietal maanden vrijwillig in als gastheer van het Asser vakbondshuis.
Roenhorst geeft een opsomming van hun verschillende werkzaamheden. ‘We hebben heel wat taken nog.’ Lachend: ‘Moet niet op werk gaan lijken!’ Hij is gastheer en zorgt onder andere voor de koffie en de thee. Tijdens inloopuren staat hij mensen te woord. Ze komen binnen met allerlei vragen en problemen of willen gewoon even praten en een kopje koffie drinken. Roenhorst: ‘Ik vind het leuk om mensen te helpen. Ze komen met een probleem binnen en gaan tevreden de deur weer uit. Ze hebben behoefte aan een luisterend oor. Soms zijn ze boos of in paniek en je geeft ze een kop koffie en dan is al veel opgelost.’
Het kan gaan om financiële problemen, een loonstrookje dat niet klopt, snipperdagen die onterecht zijn afgepakt terwijl iemand ziek was, pestgedrag, een slechte behandeling op het werk of problemen met de computer. Gankema: ‘Ons advies is gratis. Wanneer iemand juridische hulp nodig heeft, moeten ze minstens een half jaar lid zijn.’ Roenhorst: ‘Het FNV heeft juristen in dienst.
‘Niet alle werkgevers zijn goed voor hun werknemers. Cowboys noem ik dat’, zegt Gankema. Roenhorst: ‘Dan gaat het om het eigen gewin.’ Gankema: ‘Als je goed voor je werknemers bent, zijn zij ook goed voor jou als werkgever.’
Soms komt iemand alleen maar een kopje koffie drinken. Roenhorst: ‘We zijn geen café-restaurant, maar ik probeer ze dan wel lid te maken.’
Jan Gankema
Roenhorst werkte 46 jaar in loondienst waarvan 38 bij de DOMO in Beilen. Na een aantal fusies omgedoopt tot Friesland Campina. ‘Binnen het bedrijf ben ik opgeklommen van verpakker naar allround technisch operator. Tweeëneenhalf jaar geleden kreeg hij spierreuma. Na twee jaar ziekte en nog in dienst bij Friesland Campina, kwam de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) in zicht. Na een medische keuring door de bedrijfsarts en een onafhankelijk verzekeringsarts, bleek dat er voor hem geen ander werk beschikbaar was. Hij legt uit dat er twee WIA-uitkeringen zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen): de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) voor mensen die in de toekomst weer (gedeeltelijk) aan het werk kunnen en de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) voor wie dat niet meer mogelijk is. ‘Ik ging naar een bijeenkomst van het FNV voor mensen met een WIA- of WW- uitkering. Daarna maakte ik een afspraak met een WIA-consulent aldaar.’
‘Het aanvragen van een WIA-uitkering is een heel traject. Je moet heel wat uitzoeken. Medische keuringen. Veel formulieren en papieren. Wel of geen ander werk? Het is ideaal dat het FNV mensen in dienst heeft om je daarbij te helpen. Ik heb een lang gesprek gehad met een WIA- consulent van het FNV. Later nog telefonisch contact en via de mail. Een juriste van de bond bekeek of de vaststellingsovereenkomst voldeed aan de wettelijke eisen.’ Daarin staat dat werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden afscheid nemen van elkaar. Ook zaken als de hoogte van de transitie- of ontslagvergoeding staan erin beschreven. ‘Na controle bleek dat de ingangsdatum niet juist was. Die heeft ze aangepast. Dat was gunstiger voor mij.’
Het Asser vakbondshuis had gastheren en gastvrouwen nodig. Roenhorst was al dadelijk enthousiast voor dit vrijwilligerswerk. ‘Ik wilde niet thuis achter de geraniums zitten. Ik help graag mensen. Zo heb ik bij Friesland Campina jonge mensen opgeleid. Ik was altijd heel actief in de fabriek en zat in verschillende commissies en werkgroepen.’
Gankema werkte onder andere 29 jaar bij de NAM als instrumentatietechnicus. Op zijn 60e ging hij met pensioen. Ook hij weet dat de emoties van mensen met een probleem soms hoog kunnen oplopen. ‘Ik vind het eveneens fijn als ik ze kan helpen en ze met een glimlach en een gerust hart de deur uitgaan. Vaak krijg je nog een bedankje achteraf zoals een telefoontje.’
De coördinator laat een registratieformulier zien waarop staat met welke redenen een bezoeker het vakbondshuis is binnengelopen, hoe deze is geïnformeerd en naar wie hij of zij is doorverwezen. Dat kan bijvoorbeeld een andere dienstverlening zijn, binnen of buiten het FNV. Het spreekuur Werk & Inkomen. Het Loopbaanspreekuur of de Belastingservice. ‘Mensen weten vaak niet wat hun rechten zijn. Dat wordt hen niet verteld. Hun rechten moeten ze meestal claimen. Alle leeftijdsgroepen hebben daar moeite mee’, zegt hij. ‘Er is vaak een angstcultuur van ojee, als ik mijn baan maar niet verlies’, vult Roenhorst aan. ‘De meeste bezoekers verwijzen wij door, wij zelf lossen de problemen niet op.’
‘Een oudere mevrouw zei tegen mij dat mensen tegenwoordig niet zelf meer nadenken. Ze nemen voor waar aan wat op het scherm te lezen is. Vroeger moest je informatie zelf ophalen. Tegenwoordig wordt het je via de computer gebracht. Mensen waren vroeger bewuster van hun situatie’, vervolgt hij.
‘Ik heb veel verschillende situaties meegemaakt, maar altijd een oplossing gevonden. Mensen moeten hun emoties kunnen tonen en wij geen dingen voor hen invullen’, zegt Gankema. Wat zijn sterke kanten zijn? ‘Dat weet ik niet.’ Roenhorst: ‘Je bent een hele goeie organisator.’ Gankema: ‘En ik laat mensen in hun waarde.’ Roenhorst: ‘Je hebt ook wel een luisterend oor.’ Gankema: ‘Ik kan ook wel eens giftig zijn. Als ik iemand advies geef en ze doen het omgekeerde en het gaat mis…’ Roenhorst: ‘die eigenschap heb ik ook.’
De mannen misten op hun werk nog wel eens de sfeer van vroeger. ‘Er is minder contact met de werkvloer. Wilde je bijvoorbeeld vroeger weten waar een leiding heen loopt, dan ging je zelf kijken. De jeugd ziet dat tegenwoordig op een schermpje’, laat Roenhorst weten. ‘Vroeger had je één ploegen chef. Nu zitten er wel zóveel managementlagen tussen.’ Hij doet zijn handen wijd uit elkaar. ‘De groepsleider, de teamleider, de chef van de teamleider, de chef van de chef van de teamleider. Het is daardoor minder gezellig en mensen hebben minder binding met hun bedrijf.’
Er werken in wisselende samenstelling 20 vrijwilligers in het Asser Vakbondshuis. Wanneer we hulp bieden bij de belastingaangifte, zijn het er wel 35. Roenhorst: ‘Op maandagochtend beginnen we eerst met een kop koffie en spreken we het weekend door. We hebben vaak schik met elkaar. Het is leuk en gezellig.’