Een Marsbewoner en een werknemer bespreken hoe in ons falend systeem de opstapeling van lapmiddelen leidt tot drijfzand. Deze serie beschrijft hoe door de grote afstand tot de aarde hebzucht verdwijnt en denken vanuit het collectief belang ons van het verstikkend moeras kan bevrijden. De serie Polderen op drijfzand, episode 15 door Jeroen van Linge, FNV lid
Het Lefmanbeleid staat amper in de steigers of hij kondigt aan te vertrekken. Er is een waardig opvolger die prat gaat op een vruchtbare samenwerking als directeur van een bedrijf met de vakbond FNV.
Een mooie gedachte uit de filosofische hoek is het instellen van een rijkdomsgrens. Er is iemand gepromoveerd op dit onderwerp.
Rijdend op de autopista in Baskenland gaat mijn telefoon. Op een parkeerplaats hoor ik van Lefman dat hem
2 jaar eerder dan gepland een andere baan is aangeboden die hij niet kan weigeren. Om te voorkomen dat ik het bij ‘de haringkar’ hoor, licht hij mij tijdig in. Geen rare uitdrukking als je roots in het bereik van de palingsound liggen. Het tekent wel onze werkrelatie dat hij mij hierover direct informeert. Er is al een opvolger en ik ken hem ook. De andere kandidaat een half jaar eerder voor deze functie. Hij had in zijn CV een prachtig stuk waarin de FNV hem prijst voor zijn rol als bestuurder van een bedrijf bij een reorganisatie. Zeldzaam mooi. Laten we hem daarom Stekelenburg noemen ter nagedachtenis aan deze voormalige FNV-bestuurder.
Stekelenburg wordt nog wel ingewerkt door Lefman. Een mooie tijd waarbij met name in het middenkader het gevoel ontstaat dat met Lefman als directeur en Stekelenburg als productiemanager de fabriek goud waard kan worden.
Vrijdagsmiddags loop ik door de gang. De 2 heren zitten relaxed op het kantoor. Lefman roept: ‘Jeroen, kom er even bij. Moet je horen. We schrijven deze maand zwarte cijfers. Die twee daar in het hoofdgebouw zitten zich in de handen te wrijven.’
‘Dat is niet dankzij hen, maar ondanks hen’, merk ik op.
Lefman die niet gauw het achterste van zijn tong laat zien, beaamt dit volmondig. Stekelenburg ziet er content uit. Niet vreemd als je met zo’n droomstart in een nieuwe baan begint.
‘Ja Jeroen, ik denk dat dit jouw eerdere betogen over rol van werkvloer en middenkader ondersteunt. Deze Lefman heeft de werkvloer een stem gegeven en het middenkader een doorslaggevende rol en dat werkt in jullie fabriek.' Tai kijkt me met enige bewondering aan.
Denken en doen in het bedrijfsbelang met klinkende munt als resultaat.
Kort geleden berichtte iemand mij een geniaal idee. Het doet me zó veel deugd dat er meer mensen nadenken over het beteugelen van de wildgroei in geld en bezit.
Een Nederlander die onlangs is gepromoveerd op het thema ‘Grenzen en limieten in theorieën van verdelende rechtvaardigheid’. Dick Timmer, filosoof, promoveert op dit onderwerp op 17 september jl. Een proefschrift gaat breed en diep in op de zaak, iets wat we hier niet gaan doen. Uitgangspunt is het instellen van een grens op rijkdom om tot een rechtvaardige verdeling van welvaart te komen. Intuïtief kan je wel nagaan dat dit een geweldige kans is om onbeheerste woekering van de financiële jungle te begrenzen.
‘We moeten dit verder onderzoeken Tai.’ Een uitspraak die ik direct betreur omdat die meestal dienst doet bij politici die uitblinken in besluiteloosheid of gebrek aan lef. ‘We gaan de geesten rijp maken voor deze systematiek’, verbeter ik mezelf.
Dat geestdrift niet gebonden is aan snelheid is te merken. Ik voel het al aan Tai voor ik het zie.
‘Zeer interessant Jeroen. Vooral als je dat combineert met de eerder besproken inkomensgrens voor maximaal geluk. Laten we het rijkdomsplafond noemen. De hoogte hiervan is goed te koppelen aan de inkomensgrens.’
Enkele momenten nemen we allebei de stilte in acht om hierover na te denken. Tai verbreekt de stilte met een lach. ‘Een fantastische structurele oplossing. Zó eenvoudig ook.’
‘Exorbitant rijke mensen zullen niet enthousiast zijn over dit idee’, breng ik naar voren.
Op zo’n moment is het mooi om een Marsbewoner te kennen. Iemand die niet gehinderd door aardse deelbelangen op afstand vanuit een onafhankelijk perspectief kan oordelen.
Een rijkdomsplafond kan er waarschijnlijk voor zorgen dat geld weer gebruikt wordt waar het oorspronkelijk voor bedoeld is, namelijk als ruilmiddel. Handelen doe je met behulp van geld. Geld is niet bedoeld om in te handelen. Hij noemt cryptomunten als voorbeeld. We hebben de euro ingevoerd om een gezamenlijk munt te hebben en daarmee de valutahandel te verminderen, maar het is nog veel erger geworden met koersfluctuaties in de cryptomunten. Hebzucht is de drijvende kracht hierachter.
‘Jeroen. Er is een gering aantal té rijke mensen dat waarschijnlijk niet in de gaten heeft dat een betere wereld ook voor hen beter is. Waarschijnlijk minder dan 1 procent van de bevolking. 99 procent aan redenen om in te zetten op het onder controle krijgen en houden van de geldstromen.’
Ik krijg visioenen van een samenleving waar duidelijkheid zegeviert, polderen op drijfzand alleen in de geschiedenisboeken staat en collectief welzijn de graadmeter van welvaart is.
Ergens knaagt bij mij een gevoel van onrust dat we nog niet alle voorwaarden voor de betere wereld in kaart hebben gebracht.
Jeroen van Linge,
Lid FNV