Na de nodige processen gevoerd door vakbonden en andere advocaten, is het nu verboden voor werkgevers om werknemers die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn en niet meer aan het werk kunnen bij de werkgever, in dienst te houden. Een zogenaamd slapend dienstverband.
Dat in dienst houden werd en wordt gedaan om niet de vakantiedagen en dergelijke te hoeven betalen die de werknemer nog te goed heeft. Het wordt ook gedaan om de wettelijke ontslagvergoeding (transitievergoeding) niet te hoeven betalen. Die wettelijke ontslagvergoeding kunnen de werkgevers overigens in de toekomst met terugwerkende kracht declareren bij een fonds.
Werkgeversorganisaties doen zielig over de plicht om af te rekenen. Zieke werknemers zijn immers al twee jaar doorbetaald. Wat zij vergeten, is dat eerder premies betaald werden voor het doorbetalen via de Ziektewet. Dat is afgeschaft, ook de premiebetaling. Werkgeversorganisaties meenden dat men zich wel kon verzekeren, met de bespaarde premies, bij verzekeringsmaatschappijen. Echter de markt, waar de werkgevers zeggen voorstander van te zijn, is hard en genadeloos. Als je je verzekert en je moet een beroep op de verzekering doen, dan verhoogt de verzekeraar steevast de premies. Eigenlijk zouden werkgeversorganisaties moeten erkennen dat een collectieve voorziening voor zieke werknemers, zo gek nog niet is vooral voor kleine bedrijven.
Verwijtbaar aan de werkgeversorganisaties is dat zij vergeten dat zij premie voordeel hebben. Verwijtbaar is dat zij altijd opvoeren dat er werkgevers zijn die niet de eindafrekening kunnen betalen. Zij geven een voorstelling van zaken dat faillissementen alleen maar samenhangen met werknemerskosten. Onzin natuurlijk. Bovendien kunnen de werkgevers de lage wettelijke ontslagvergoeding declareren. Verwijtbaar is dat werkgeversorganisaties collectieve voorzieningen verketteren, terwijl ze die vooral voor kleine bedrijven zouden moeten nastreven.
A.P. van Dijk, Drachten.