De vraag is: een maatschappij met elkaar of ieder voor zich? Een menswaardige maatschappij of een uitstoot-maatschappij waarbij degenen die niet kunnen pech hebben gehad.
In Trouw van 29 oktober 2018 pleit hoogleraar Ester-Mirjam Sent voor de ‘met elkaar’ maatschappij. De sociale voorzieningen hebben naast de menselijke opvang als bijeffect dat de maatschappij bij een crisis niet in elkaar stort. Helaas is de politieke werkelijkheid in Nederland niet ‘met elkaar’ maar zo veel mogelijk ieder voor zich.
Vakbonden voor gelijke rechten
Vakbonden pleiten en vechten al jaren voor gelijk loon voor gelijk werk in cao’s en wetten. Het belonen van uitzendkrachten en zzp’ers gelijk aan de werknemers in dienst van inlenende bedrijven. De strijd van vakbonden is een strijd tegen de werkgevers en uitzendbureaus die op lonen concurreren. Het is een strijd tegen de liberale politieke stroom van VVD, D66, CDA en helaas ook te vaak GroenLinks en PvdA.
De jongerenorganisatie van het CDA heeft zich inmiddels aangesloten bij vakbonden in het aanpakken van de onzekere contracten. Uitzendkrachten bouwen minder pensioen op, worden vaak minder betaald en hebben een onzeker ‘dienstverband’. Er zijn veel rechtszaken van FNV nodig geweest om ervoor te zorgen dat ploegen- en onregelmatigheidstoeslag ook tijdens snipper- en vakantiedagen bij uitzendkrachten worden doorbetaald. De arbeidsinspectie is tijdens het vorige kabinet weer wat uitgebreid, na jaren van inkrimping.
Zzp’ers zijn vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en pensioen. Daarmee voordelig voor inhurende werkgevers. Net als uitzendkrachten. Deze ongelijkheid moet opgelost worden. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het zijn de werkgevers die zich verzetten omdat zij profiteren van goedkopere uitzendkrachten en van zzp’ers, die bovendien worden gebruikt tegen stakende werknemers. Als je als uitgangspunt hebt ‘met elkaar’ dan kun je volgens mij niet tegen het verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en van pensioen zijn.
Standpunt van het kabinet
Het huidige kabinet stelt dat zij de arbeidsmarkt verbetert door 5 in plaats van 2 maanden proeftijd in te voeren. Ook wil het kabinet tijdelijke werknemers niet 2 jaar maar 3 jaar afhankelijk houden van tijdelijke contracten. Volgens het kabinet zullen dan meer mensen een vaste baan krijgen.
Trouw van 29 oktober 2018 haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat uitzendkrachten maar voor 5 tot 6% een vaste baan krijgen en na drie jaar 15%. Van de mensen met een tijdelijk contract krijgt 15% een vast contract en na drie jaar is dat 25%. Het is een raadsel waarom het kabinet veronderstelt dat het nog afhankelijker maken van werknemers (tijdens de proeftijd kun je zonder reden ontslagen worden) tot vaste banen zou leiden.
Dit alles betekent dat het ontslagrecht niet verslechterd moet worden. En dat uitzendkrachten en zzp’ers loon en pensioenopbouw moeten krijgen volgens de arbeidsvoorwaarden die gelden voor de werknemers in dienst van de inlenende bedrijven. Voor mij is ‘met elkaar’ bepalend voor mijn stem bij de komende verkiezingen voor provinciale staten en daarmee voor de Eerste Kamer.