Deze week houdt het Internationaal Gerechtshof in Den Haag drie dagen lang openbare hoorzittingen over het stakingsrecht. De FNV is blij dat deze zaak nu voor de rechter komt. Het stakingsrecht is voor alle werknemers op de wereld noodzakelijk om goede arbeidsvoorwaarden af te dwingen. De zaak is voor de rechter gebracht door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de VN waar vakbonden, werkgevers en overheden zitting hebben.
Voor de FNV is het stakingsrecht onlosmakelijk onderdeel van de fundamentele arbeidsrechten. Het is het laatste middel dat we kunnen inzetten om solidariteit en goede arbeidsvoorwaarden af te dwingen.
Interim FNV-vicevoorzitter Dick Koerselman: ‘We denken én hopen dat het Internationaal Gerechtshof zal bevestigen dat het stakingsrecht is verankerd in internationale verdragen. Naast erkenning, biedt dat wereldwijd een stevige juridische basis voor werknemers en vakbonden om te staken zonder angst voor beperkingen of sancties. Vakbondsrechten staan wereldwijd en ook hier in Nederland voortdurend onder druk, dus het is echt noodzakelijk dat die bevestiging wordt uitgesproken.'
De kwestie die tot de hoorzittingen van deze week heeft geleid, begon in 2012 toen mondiale werkgevers een frontale aanval op het stakingsrecht deden. Volgens de FNV en de andere vakbonden is het stakingsrecht een essentieel onderdeel van de fundamentele arbeidsrechten. In de zaak van deze week wordt de rechter gevraagd dat te bevestigen. Tientallen jaren werd namelijk verwezen naar ILO-verdragen 87 (vrijheid van organisatie) en 98 (recht op collectieve onderhandelingen) als onderbouwing voor het stakingsrecht. De werkgevers stelden dat ter discussie. Omdat het conflict bleef voortduren, besloot de ILO in november 2023 de vraag voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof. De keuze voor de stap naar de rechter was geen uitgemaakte zaak, bij de stemming waren negentien regeringen vóór, zeven tegen en twee onthielden zich. De werkgeversdelegatie stemde unaniem tegen.
Volgens de FNV kan de uitspraak grote gevolgen hebben. Zelfs voor een land als Nederland waar het stakingsrecht weliswaar niet in de nationale wet is opgenomen, maar toch stevig is verankerd omdat bij ons de Europese regels over stakingsrecht rechtstreeks toepasbaar zijn. Nog veel meer is de mondiale erkenning van het stakingsrecht nodig voor werkenden in landen waar de sociale rechtsorde niet zo sterk is. Zij hebben die steun in de rug van een wereldwijde organisatie als de ILO nodig. Koerselman: ‘Werknemers in alle landen en alle sectoren hebben recht op duidelijkheid en bescherming als zij hun stem laten horen. We roepen de Nederlandse overheid op om het stakingsrecht onverminderd te erkennen.’
De openbare hoorzittingen vinden nog tot en met 8 oktober plaats in Den Haag. Maandag heeft de Internationale Vakbondsconfederatie (ITUC) haar standpunt toegelicht. De zittingen zijn live te volgen via de officiële kanalen van het Hof en via UN Web TV. De uiteindelijke uitspraak zal nog wel even duren.