Het demissionair kabinet wil de werkloosheidsuitkering (WW) verlagen door de maximale duur van 24 naar 18 maanden te verkorten. Dit is onterecht en onnodig. Dit plan mag niet doorgaan. Dat het kabinet deze week is gevallen, betekent niet dat de plannen stoppen.
Niet zo lang geleden was de maximale WW-duur vijf jaar. In 2006 werd deze verkort naar 38 maanden, in 2016 naar 24 maanden, en nu wil het demissionair kabinet deze opnieuw verkorten naar 18 maanden.
Het ministerie van Sociale Zaken zegt dat het aantal mensen dat langer dan 18 maanden WW krijgt, is gedaald. Dit klopt nu, maar het betekent niet dat met wat extra hulp de mensen die nu in de WW zitten, weer snel aan het werk komen. De economie kan snel slechter worden en dan helpt een kortere WW niet.
De mensen die het meeste last krijgen van deze maatregel zijn ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Ouderen vinden het vaak moeilijk om een baan te krijgen en zullen de WW nog steeds nodig hebben. Gedeeltelijk arbeidsongeschikten krijgen een lagere uitkering, ook als ze minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. Dit komt doordat werkgevers niet altijd goede ondersteuning bieden voor deze groep.
Het demissionair kabinet zegt dat het de situatie van gedeeltelijk arbeidsongeschikten wil verbeteren, maar het maakt de situatie alleen maar erger door de WW voor hen te verkorten.
De WW wordt betaald uit premies die bedrijven en werknemers betalen. In 2025 wordt er 11,3 miljard euro aan premies verwacht, maar slechts 6,3 miljard euro gaat naar uitkeringen. Het resterende geld wordt niet gebruikt voor werklozen, maar gaat naar de staat. De werkloosheid is nu laag, maar het is goed om geld achter de hand te houden voor tijden van hoge werkloosheid.
Hoewel de werkloosheid nu laag is, zijn er veel onzekerheden. Er kunnen grote veranderingen komen door bijvoorbeeld oorlogen, technologie, klimaatverandering of pandemieën. Dit kan de werkloosheid verhogen, en bedrijven blijven failliet gaan of ontslagen vallen.