FNV vindt een sterk sociaal Europa een belangrijke voorwaarde om op de interne markt fatsoenlijk werk en echte banen voor alle werkenden te garanderen en de uitgangspunten van welvaart en welzijn tot een realiteit te maken. Maar dat gaat niet vanzelf. Met rapporteurs Radtke en Jongerius benadrukt FNV daarom hoe belangrijk het juist nu is om niet alleen macro-economische en budgettaire afspraken te maken, maar ook concrete sociale doelstellingen.
De Europese Commissie heeft in januari de Mededeling 'Een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities' gepubliceerd. Hierin wordt aangegeven dat, met het oog op de transities die op ons af komen (klimaatverandering, digitalisering en demografische veranderingen) de uitdaging is hoe we de huidige niveaus van levensstandaard, goede arbeidsomstandigheden en sociale bescherming in de Europese Unie kunnen behouden.
Volgens de Europese Commissie is de implementatie van de zogenoemde Europese pijler van sociale rechten (EPSR) door lidstaten hét middel om de transities die Europa zal doorlopen sociaal rechtvaardig en eerlijk te laten zijn. De Commissie wil hiertoe begin 2021 een actieplan opstellen.
Op woensdag 16 december stemt het voltallige Europees Parlement over de ontwerpresolutie van co-rapporteurs Agnes Jongerius (S&D) en Denis Radtke (EPP), waarin de ambities van het Parlement voor de sociale agenda van Europa uiteen worden gezet. Het advies van co-rapporteurs Radtke en Jongerius benadrukt dat het de hoogste tijd is om Europa’s belofte van welvaart en welzijn waar te maken. De rapporteurs stellen daarom harde eisen voor om ervoor te zorgen dat sociale doelstellingen even belangrijk worden als de economische doelstellingen en de beginselen van vrij verkeer in de interne markt.
FNV-vicevoorzitter Tuur Elzinga: ‘We zien dagelijks hoe groot de gevolgen van de coronacrisis voor werkenden zijn. Juist nu is het daarom zo belangrijk dat de lidstaten en de Europese Unie concrete stappen zetten om ervoor te zorgen dat welvaart en welzijn geen loze begrippen blijven, maar daadwerkelijk het verschil kunnen maken voor werkenden in de lidstaten. Fatsoenlijk werk moet daarbij het uitgangspunt zijn, maar dat gaat niet vanzelf. Concrete sociale doelstellingen, zoals Radtke en Jongerius voorstellen, zijn daarvoor noodzaak.’
In advies roepen de rapporteurs op tot een sociale EU-agenda waarin de nadruk ligt op verschillende verplichte doelstellingen en voorstellen over:
De rapporteurs benadrukken dat elk van deze doelstellingen tegen 2030 bereikt moeten kunnen worden.