Schoonmaker Erik voert actie na ontslag

Schoonmaker Erik el Golli en collega’s voeren vrijdag actie. Zij delen flyers uit in winkelcentrum Stadshart Amstelveen. Erik is begin juni ontslagen, nadat hij zijn werkgever en de opdrachtgever vroeg om betere bescherming tegen corona. Bijvoorbeeld door naleving van veiligheidsprotocollen.

Waar: Winkelcentrum Stadshart Amstelveen. 
Wanneer: Vrijdag 26 juni, 12.00 – 14.00 uur. Erik en zijn collega’s verzamelen om 11.45 uur voor de ingang van Schouwburg Amstelveen, Stadsplein 100. 

Plotseling op straat gezet

Erik el Golli was hoofd schoonmaak in winkelcentrum Stadshart in Amstelveen. Begin juni zette schoonmaakbedrijf 1nergiek hem plotseling op straat, nadat Erik tijdens een werkoverleg had gevraagd om betere bescherming tegen corona voor zichzelf en zijn collega’s. Hij wilde onder andere meer schoonmaakmiddelen, meer tijd om het werk te doen en naleving van de protocollen.

Wilde alleen veilig zijn werk doen

Erik: ‘Een dag later kreeg ik ineens te horen dat ik niet goed in het team paste, maar ook dat ik te veel praat en te weinig doe. Volgens mijn werkgever vond de opdrachtgever (vastgoedbedrijf Unibail-Rodamco-Westfield, verantwoordelijk voor het winkelcentrum) dat ik te veel gefocust was op veiligheid en niet hard genoeg werkte. Terwijl ik alleen maar wilde dat wij veilig ons werk konden doen en alles goed schoon konden maken. Dat is veiliger voor iedereen.’

Gestraft om volgen protocollen

‘Schandalig’, vindt Khadija Hyati, president van het schoonmaakparlement van de FNV. ‘Wij staan voor de veiligheid van iedereen, maar vooral voor die van schoonmakers, helemaal in deze tijden van corona. Het is belachelijk dat een schoonmaker niet op een veilige manier kan werken, voor zijn eigen veiligheid en die van jou, en dat hij wordt gestraft omdat hij de protocollen wil volgen.’

Niet zo nauw met veiligheid

Caroline Lamberts van FNV Schoonmaak: ‘Het is duidelijk dat deze werkgever en deze opdrachtgever het niet zo nauw nemen met de veiligheid van de schoonmakers, maar dus ook niet met die van het winkelend publiek, dat gebruik maakt van de ruimtes in het winkelcentrum, zoals de toiletten.’