De SER roept het Nederlandse bedrijfsleven op om solidair te zijn met partners in productielanden. Van bedrijven die internationaal zaken doen wordt verwacht dat zij dit met gepaste zorgvuldigheid doen conform de richtlijnen van de OESO en de Verenigde Naties. Juist in tijden van crisis is het van cruciaal belang dat bedrijven hier zo goed mogelijk invulling aan geven.
Foto Catrien Ariens - kledingfabriek Dahka Bangladesh
De coronacrisis heeft een enorme impact op het bedrijfsleven, hun werknemers en de mensen in hun productieketens. Werknemers zitten massaal thuis zonder werk. Wat in veel productielanden betekent dat zij thuis zitten zonder inkomen of sociaal vangnet. Hierdoor dreigt acuut gevaar voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Zij kunnen geen zorg meer dragen voor zichzelf en hun families. Werknemers die nog wel werk hebben, lopen het risico besmet te raken met het virus doordat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen.
Bedrijven moeten juist nu de meest ernstige risico’s in hun toeleveringsketens in kaart brengen en hier voorrang aan geven, om deze zo veel mogelijk te voorkomen en verminderen.
De SER onderschrijft de oproepen aan overheden en het bedrijfsleven van de OESO, ILO (Internationale Arbeidsorganisatie), Global Compact en het Convenant Duurzame Kleding en Textiel.
In verschillende sectoren zijn convenanten (overeenkomsten) voor internationaal MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) afgesloten. Per convenant wordt bekeken hoe de verschillende partijen hierin hun verantwoordelijkheid kunnen nemen in deze crisis.