Dit ingezonden stuk van onze vicevoorzitter Kitty Jong stond 30 januari in Trouw.
Hans de Boer, voorman van de werkgeverslobbyclub VNO-NCW, schreeuwt moord en brand over een CO2-belasting voor bedrijven. Hij ziet dat de optie om vervuilende bedrijven te belasten steeds meer steun krijgt en gooit het ultieme chantagemiddel erin: zo’n belasting zorgt ervoor, dat er banen naar het buitenland verdwijnen!
Dat argument kennen we van de discussie over het afschaffen van de dividendbelasting. Wij betogen hier dat ook dit keer de ‘banenverlieskaart’ spelen weinig hout snijdt.
Nederland heeft een ijzersterke en concurrerende economie, zesde ter wereld. Bedrijven zitten hier graag. Niet zozeer vanwege lage belastingen, maar vooral vanwege het rendement, een betrouwbare overheid, bekwaam personeel en goede infrastructuur.
Investeringsbeslissingen zijn lange termijn-beslissingen. Europese landen hebben het akkoord van Parijs getekend, dus overal zal een prijs gezet (gaan) worden op CO2. In een aantal landen is dat al gebeurd; in Zweden is de economie erdoor gegroeid.
De vervuiler laten betalen is een noodzakelijke prikkel voor klimaatvriendelijkere productie en innovatie. Als zij milieuvriendelijker produceren, betalen ze minder belasting en hebben dus concurrentievoordeel.
Bedrijven kunnen juist geld verdienen aan de energietransitie. FNV ziet kansen voor nieuwe groene banen, ook voor het MKB, bijvoorbeeld in de installatiebranche. Grote en kleine bedrijven kunnen met de energietransitie óók nog eens geld verdienen als ze vernieuwende, klimaatvriendelijke technologieën exporteren.
Het lijkt erop, dat VNO-NCW wederom de loopjongen is van de aandeelhouders van grote bedrijven die snel winstuitkeringen willen. Grote bedrijven die al spekkoper zijn, want de energiebelasting voor grote vervuilende bedrijven is hier bijna het laagste van Europa, net als de winstbelasting. Burgers en MKB betalen de rekening.
Het gevecht dat VNO-NCW voert is een achterhoedegevecht waar wij ons als vakbeweging niet in mee laten slepen. Ze gaat bovendien voorbij aan de echte discussies rond werkgelegenheid die moeten worden gevoerd: die van de grote tekorten op de arbeidsmarkt. Hoe gaan we banen die ontstaan in bijvoorbeeld de windoffshore sector voorzien van een fatsoenlijke cao en veilige arbeidsomstandigheden?
In het klimaatakkoord, dat de FNV net als de milieuorganisaties nog onvoldoende vindt, is door druk van de FNV een kolenfonds opgenomen dat werknemers uit de kolencentrales, - opslag en -vervoer moet compenseren voor baanverlies als omscholing niet mogelijk is. Hoe dat fonds eruit gaat zien moet nader worden uitgewerkt. Maar ook hoe we het onderwijs beter laten aansluiten op de groene economie. Dát zijn de discussies rond de werkgelegenheid die we moeten voeren.
De FNV vindt, samen met vele andere organisaties en 79% van de burgers, dat een CO2 belasting moet worden ingevoerd voor bedrijven. Zo verdeel je lasten en lusten eerlijk, anders heeft de energietransitie geen draagvlak in de samenleving.
CO2-belasting invoeren is daartoe de effectiefste, eenvoudigste en eerlijkste manier. Het kost geen banen doordat bedrijven wegtrekken, maar levert juist groene banen op. Een deel van die belasting kan terugvloeien naar de bedrijven als ze met innovatieve en milieuvriendelijke oplossingen komen. Een ander deel zou gebruikt kunnen worden om mensen met een laag inkomens te compenseren voor de investeringen die van hén worden gevraagd. Dan krijg je draagvlak.
Wij roepen Hans De Boer op om het gesprek met ons aan te gaan over arbeidsmarkt en klimaatmaatregelen. Ondertussen gaan wij, samen met milieu- en andere maatschappelijke organisaties, op 10 maart de straat op voor die CO2-belasting, voor groene banen én stevige milieuvriendelijke maatregelen die ervoor moeten zorgen dat onze aarde leefbaar blijft.
Kitty Jong
Vicevoorzitter FNV