Groeiend aantal Ethiopische textielwerkers besmet met corona

Redactie
Door Redactie 28 augustus 2020

Steeds meer werknemers in de Ethiopische kledingindustrie raken besmet met het coronavirus. De Ethiopische textielvakbond helpt fabrieken ondertussen bij het voorkomen van verdere verspreiding. Tegelijkertijd komt de vakbond op voor de rechten van werknemers die ernstig lijden onder financiële problemen als gevolg van de pandemie.

Kledingarbeiders in Ethiopië

Zeker driehonderd werknemers van zeven verschillende kledingfabrieken in Ethiopië zijn in de afgelopen weken besmet met het coronavirus, aldus de Textiel, Leer en Kleding Federatie (IFTLGWTU). Meer dan 230 textielarbeiders zijn geïnfecteerd op het enorme Bole Lemi Industrieterrein in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, waar elf kledingfabrieken zijn gevestigd met in totaal 16.371 werknemers. Nog eens zeker 150 werknemers zijn besmet in drie andere textielfabrieken in het land.

Met duizenden tegelijk door het hek

“Meerdere van mijn collega’s in andere vestigingen zijn al naar quarantainecentra gebracht”, vertelt de 19-jarige Amarech Tadewos die in een textielfabriek werkt in de zuidelijke stad Hawassa. De naaister is bang om ook besmet te raken. “Elke ochtend als we met duizenden werknemers tegelijk door het hek van het industrieterrein moeten, is het onmogelijk om voldoende afstand te houden”, legt Tadewos uit. Ook moeten de werknemers tijdens het werk allerlei gereedschappen, zoals metalen scharen, delen en moeten ze allemaal dezelfde klokmachine aanraken om in- en uit te klokken. “De situatie is heel beangstigend”, vindt de jonge naaister.

Voorlichtingscampagnes

De textielfederatie heeft meerdere voorlichtingscampagnes onder haar leden gehouden. Zo heeft ze met financiële steun van Mondiaal FNV folders en posters uitgedeeld met informatie over hoe je de verspreiding van het coronavirus kunt voorkomen.

“De meeste fabrieken doen hun best om hun werknemers tegen het virus te beschermen”, vertelt Birhanu Mekonin die in Ethiopië projectcoördinator is voor Stichting Loonwijzer/WageIndicator Foundation. Mondiaal FNV steunt deze stichting bij het wekelijks verzamelen en publiceren van informatie over hoe kledingfabrieken reageren op de pandemie. "Veel fabrieken meten de lichaamstemperatuur van hun werknemers iedere ochtend bij de poort. Ook verstrekken ze handschoenen, maskers en handreinigingsmiddelen maar vaak is er een tekort vanwege de enorme aantallen arbeiders in de fabrieken. Werkgevers geven bijvoorbeeld wegwerpmaskers die bedoeld zijn om een week te dragen, maar werknemers moeten die maar liefst drie weken op vanwege een flink tekort”, legt Mekonin uit.

Door het enorme aantal werknemers is het ook erg lastig om voldoende afstand te houden, voegt de projectcoördinator eraan toe. Hoewel gezichtsmaskers verplicht zijn en regelmatig de temperatuur van de werknemers wordt gemeten, eten ze gezamenlijk en nemen ze met grote groepen de bus. Veel kledingbedrijven opereren nog altijd op grotendeels dezelfde manier als voor de pandemie waarbij ze het nalaten om minder werknemers in te roosteren of ze in verschillende diensten te laten werken zodat beter afstand kan worden gehouden.

Uitbetalingen toeslagen en bonussen gestopt

De door het virus geteisterde Ethiopische kledingindustrie – waar zo’n 300.000 mensen werkzaam zijn – bevindt zich inmiddels ook in financieel zwaar weer. De vraag naar kleding vanuit Europa en Noord-Amerika is sterk gedaald, waardoor de kledingexport grotendeels stil is komen te liggen. Verschillende textielfabrieken zijn gestopt met het uitbetalen van verschillende toeslagen en bonussen om zo de economische uitdagingen het hoofd te bieden. “Ik krijg niet langer mijn prestatiebonus. Hierdoor verdien ik nu nog maar 1.150 Ethiopische Birr (27 euro) per maand”, vertelt de 19-jarige kleermaker Tadewos.

Minder inkomen en prijsstijgingen

Tegelijkertijd kampt Ethiopië met enorme prijsstijgingen als gevolg van sociale onrust, wegafsluitingen en een economische crisis, gelinkt aan de coronacrisis. Tadewos: “Terwijl ik eerder voor een kilo uien 10 Ethiopische Birr (24 eurocent) moest betalen, kost die nu maar liefst 40 Birr (94 eurocent). Een kilo knoflook werd eerder verkocht voor 60 Ethiopische Birr (1,40 euro) en kost nu 120 Birr (2,80 euro). Hierdoor eet ik nu minder en heb moeite om te overleven ”, vertelt de kleermaakster.

“Al voor deze coronacrisis waren de salarissen in de Ethiopische kledingindustrie ver ondermaats”, stelt projectcoördinator Mekonin. “Textielarbeiders in Addis Abeba verdienden bijvoorbeeld minder dan 2.000 Ethiopische Birr (47 euro) per maand, terwijl de kosten voor levensonderhoud in de hoofdstad boven de 4.000 Ethiopische Birr (93 euro) per maand liggen. Deze situatie is alleen maar verder verslechterd door het niet langer uitbetalen van verschillende toeslagen en bonussen en de prijsstijgingen als gevolg van de coronacrisis”.

Textielfederatie staat werknemers bij

De textielfederatie – met 54.000 leden – doet alles wat het kan om werknemers zoveel mogelijk bij te staan in deze zware tijd. Twee maanden geleden stopten twee fabrieken met het betalen van reiskostenvergoeding. “We zijn direct met de directies om de tafel gaan zitten en hebben hen gelukkig weten te overtuigen om deze vergoeding weer te gaan betalen”, vertelt voorzitter Angesom Yohannes.

“We zijn ons er terdege van bewust dat de kosten voor levensonderhoud zo ongeveer zijn verdubbeld. Door de economische crisis hebben we nu helaas geen onderhandelingsruimte om hogere salarissen te eisen. We zetten ons daarom in voor behoud van wat werknemers nu hebben”, vertelt Angesom. De vakbond is er al wel in geslaagd om enkele fabrieken over te halen om de reiskostenvergoeding te verdubbelen, om zo de stijging van transportkosten voor werknemers te dekken.

Zorgen om banenverlies

De voorzitter van de textielvakbond maakt zich echter ernstige zorgen over de toekomst. Ethiopië telt inmiddels meer dan 45.000 coronabesmettingen en meer dan 700 doden als gevolg van de pandemie. In april kondigde de regering de noodtoestand af die het bedrijven onder meer verbied om werknemers te ontslaan. “Wij vrezen dat wanneer deze noodtoestand wordt opgeheven, veel werknemers hun baan alsnog zullen verliezen aangezien de kledingproductie enorm is geslonken”, zegt Angesom.

Senait vreest voor haar baan

Ook de 19-jarige Senait Alemu vreest voor haar baan. Ze werkt als snijdster in een kledingfabriek met ongeveer 5.000 medewerkers in Addis Abeba. Drie maanden geleden is de productie volledig stilgelegd en sindsdien zit de jonge werkneemster thuis. Voor de coronacrisis verdiende Alemu per maand 1.200 Ethiopische Birr (28 euro), maar sinds zowel haar reiskosten- en maaltijdvergoeding als haar aanwezigheids- en prestatiebonus zijn stop gezet, verdient ze slechts 650 Ethiopische Birr (15 euro) per maand. “Mijn baas heeft al heel veel mensen ontslagen, net voordat de noodtoestand werd afgekondigd”, vertelt Alemu. “Ik ben erg bang dat ook ik mijn baan binnenkort zal verliezen.”

Tekst: Andrea Dijkstra

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.

Functionele cookies: Cookies die nodig zijn om te zorgen dat de websites naar behoren functioneert.

Statistische cookies

:

Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.

Marketing cookies

:

Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.