De leden van de vakbonden FNV Zorg & Welzijn, CNV, NU’91 en AVV hebben ingestemd met het cao-resultaat voor de kraamzorg. Daarmee is de nieuwe cao die loopt tot en met 31 augustus 2026 een feit. De vier bonden benadrukken echter dat hiermee de problemen in de sector allerminst zijn opgelost.
De kraamzorg staat al jaren onder enorme druk door structureel te weinig geld, een torenhoge werkdruk en grote uitstroom van personeel. Het aantal kraamverzorgenden neemt de laatste jaren met zo’n 10% per jaar af. Daardoor komen steeds meer jonge gezinnen in Nederland in de knel en krijgen ze te weinig of soms helemaal geen kraamzorg. De bonden doen een stevige oproep aan een nieuw kabinet, zorgverzekeraars en werkgevers om hun verantwoordelijkheid te nemen voor het behoud van kraamzorg.
‘Deze nieuwe cao is een belangrijke stap voor kraamverzorgenden, maar de sector is daarmee allesbehalve uit de gevarenzone,’ zeggen de bonden. ‘Zonder aanvullende maatregelen zal de kraamzorg uit steeds meer regio’s verdwijnen en daarmee het unieke karakter van het vak.’ Bovendien stellen de bonden dat kraamzorg een onmisbare schakel is in de Nederlandse geboortezorg.
In verschillende gebieden blijkt kraamzorg nu al niet of nauwelijks meer beschikbaar te zijn. Vooral gezinnen in kwetsbare situaties worden hierdoor geraakt. Regelmatig krijgen zij minder dan het wettelijke minimum van 24 uur kraamzorg of zelfs helemaal geen zorg. Ook buiten de grote steden zijn wachtlijsten en acute tekorten zichtbaar.
‘Het is onacceptabel dat er postcodegebieden ontstaan waar kraamzorgorganisaties bewust niet heen gaan omdat het financieel niet rond te rekenen is,’ stellen de bonden. ‘Uitholling van het unieke Nederlandse systeem van kraamzorg betekent niet alleen aantasting van het recht van alle gezinnen op kraamzorg aan huis, maar ook verschraling van het vak van kraamverzorgende. Nu kraamzorg aan huis niet meer voor ieder gezin beschikbaar is, dreigt een vicieuze cirkel, waarbij de instroom tot de kraamzorgopleiding alleen nog maar verder afneemt.’
Volgens de bonden is de situatie het gevolg van jarenlange afwenteling en vingerwijzen. Werkgevers zeggen dat zij onvoldoende middelen van zorgverzekeraars krijgen, terwijl zorgverzekeraars zich beroepen op marktwerking en contractafspraken. Kraamverzorgenden zitten intussen klem: zij werken onder hoge tijdsdruk, krijgen steeds meer zorgtaken toegeschoven en moeten van gezin naar gezin racen om iedereen te kunnen helpen.‘De sector staat op omvallen,’ benadrukken de bonden. ‘Als alle betrokken partijen blijven toekijken en op elkaar blijven wachten, verdwijnt deze unieke vorm van geboortezorg uit Nederland. Dat is onverantwoord en raakt direct aan de gezondheid van moeder en kind.’
De bonden wisten samen met werkgevers een cao-resultaat te bereiken dat voorziet in noodzakelijke loonsverhogingen en meer voorspelbaarheid in het werk. Ook worden wachtdagen nu meegeteld in de arbeidsduur en komen deze uren niet bovenop de normale inzet per dag. Dit zijn belangrijke verbeteringen, maar onvoldoende om het beroep structureel aantrekkelijk te maken.