Al maandenlang wordt er gesteggeld over meer salaris voor kraamverzorgenden. Nu de overheid eindelijk fors meer geld beschikbaar stelt houden werkgevers daarover tijdens de onderhandelingen hun lippen stijf op elkaar.
Feli Escarabajal bestuurder FNV Kraamzorg: ‘Onbehoorlijk, onverantwoord en moreel verwerpelijk. Als je weet dat je werknemers zich een slag in de rondte werken en dat vrouwen door het hele land noodgedwongen in geboortehotels moeten bevallen omdat er anders geen zorg voor ze is. Dan doe je er toch alles aan om je werknemers te behouden in plaats van je hand zo lang mogelijk op de knip te houden.’
Werkgevers in de kraamzorg ontvangen voor geleverde kraamzorg een vergoeding van de overheid. Onlangs deed adviesbureau Equalis een onderzoek naar de tarieven binnen de kraamzorg. Op basis van de uitkomsten heeft de Nederlandse Zorgautoriteit het tarief met ruim 16% verhoogd.
Escarabajal: ‘Nu blijkt dat Bo Geboortezorg tijdens een overleg met de vakbonden op 14 juli al wist dat het tarief op 1 januari 2026 fors omhooggaat, maar de werkgevers hielden hun mond dicht. Daarmee hebben ze een loonsverhoging waar kraamverzorgenden al heel lang op wachten nog verder uitgesteld. Als werkgevers op dat moment eerlijk en transparant waren geweest hadden we wellicht goede cao-afspraken kunnen maken.’
De laatste salarisverhoging was op 1 juni 2024. De kraamverzorgenden krijgen dus al een jaar geen cent erbij terwijl de cao al afliep op 30 juni 2024. Escarabajal: ‘Hadden we met de afspraken in de vorige cao eindelijk de achterstand ten opzichte van de andere zorgcao’s ingelopen, kunnen we straks weer van voren af aan beginnen.’
De kraamzorg kampt al jaren met een te hoge werkdruk, slechte arbeidsvoorwaarden en uitstroom. De vakbonden sloegen al meerdere keren alarm. Vorige maand nog met het manifest ‘behoud goede kraamzorg’, dat werd aangeboden aan Tweede Kamerleden.
In de kraamzorg werken inmiddels nog maar 7.182 mensen die onder de cao vallen. De lonen zijn zo’n beetje de laagste in de sector zorg & welzijn, een sector waar de salarissen al jarenlang achterlopen op de salarissen in de marktsector.