Op dinsdag 21 november nam FNV Spoor met een delegatie (machinisten van DB Cargo en NS) deel aan de bijeenkomst van ETF Railways (European Transport Workers Federation). Daar werden voor ons zeer belangrijke onderwerpen behandeld in de speciaal opgerichte machinisten advies werkgroep, waaronder: grensoverschrijdend vervoer, arbeidstijden, vrouwen in de spoorsector, werving en de machinistenrichtlijn (train drivers directive - TDD).
In het grensoverschrijdend vervoer is de taalbarrière een issue geworden en komt het met enige regelmaat voor dat machinisten de taal van het land waar men rijdt niet machtig is.
De internationale machinist moet wettelijk voldoen aan taalniveau B1. Deze standaard is nog een keer vastgelegd in een afspraak tussen de inframanagers Prorail en DB Netze. Het komt echter voor dat buitenlandse machinisten vanuit een andere lidstaat in Nederland rijden met taalniveau A2. Sommige spoorbedrijven proberen dat nu de standaard te laten worden en dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling en wat FNV Spoor betreft onacceptabel!
Het is namelijk zeer belangrijk in de communicatie tussen machinist en treindienstleider dat er geen misverstanden mogen ontstaan over de treinveiligheidsberichten. Helaas zien we samen met onze Europese vakbondscollega’s dat in Europa vervoerders zelfs buiten Europa werven. Dit enkel en alleen om nog goedkopere machinisten ons werk te laten doen, met lagere standaarden en minimale opleidingen in tegenstelling tot de Nederlandse standaarden.
Ook binnen de Europese spoorsector kennen wij de arbeidstijdenwetgeving, maar tussen de lidstaten bestaan er ook grote verschillen, zoals: maximale diensttijd, aaneengesloten rusttijden en schaft/pauze. Ook tussen het goederenvervoer en reizigersvervoer bestaan er grote verschillen, bijvoorbeeld binnen het reizigersvervoer is schaft/pauze en rusttijd makkelijker te plannen. Ook omdat er voor machinisten geen rijtijdenwetging en controle bestaat zoals bij vrachtwagenchauffeurs wel het geval is.
De ETF is erop tegen dat de machinistenopleidingen nog verder worden verkort. Voor het goed en veilig rijden is een goede volwaardige opleiding essentieel en is het belangrijk dat er aan de kwaliteit van de opleidingen absoluut geen concessies worden gedaan.
Wat ook een heikel punt is, is het taalniveau voor grensoverschrijdend verkeer. Binnen de Europese commissie en ook bij de spoorvervoerders heeft men het plan om grensoverschrijdend verkeer te voorzien van één taal, waarbij dan Engels de voertaal zou moeten zijn zoals bij het vliegverkeer. De ETF is het eens met het standpunt van FNV Spoor dat dit een zeer slechte ontwikkeling zou zijn. Daarom is hier grote weerstand tegen en ziet men veel problemen opdoemen met het Engels als voertaal. FNV Spoor voorziet grote risico’s als dit tot uitvoering wordt gebracht, zoals het risico op miscommunicatie, maar ook verdringing van werkgelegenheid door personeel uit de lage lonen landen buiten de EU.
In Europa werken er vrouwen in de spoorsector en proberen spoorbedrijven vrouwen te werven om bijvoorbeeld machinist, conducteur, servicemedewerker, veiligheidsmedewerker of monteur te worden. Het aandeel vrouwen ten opzichte van mannen wisselt per lidstaat, maar is in verhouding veel te laag. Het werven en behouden van vrouwen in de sector is niet overal even makkelijk.
Waar in Nederland de voorzieningen voor vrouwen in de sector een vanzelfsprekendheid zijn, zoals bijvoorbeeld dames- en genderneutrale toiletten, is dat in andere landen nog weleens anders. Ook kolfruimtes zijn lang niet overal te vinden voor ons personeel. Vrouwelijke collega’s zijn met betrekking tot sociale veiligheid in de meeste lidstaten veel kwetsbaarder dan hun mannelijke collega’s. In het goederenvervoer is het voor de dames nog wel eens afzien wat faciliteiten betreft.
Ook wat het ouderschap betreft is het in veel lidstaten niet eenvoudig voor vrouwen om in de spoorsector aan het werk te gaan. Dit is niet alleen een rol voor de vrouw, maar uiteraard ook van de mannen: je hebt samen kinderen en je bent daar ook samen verantwoordelijk voor. Hier ligt een verantwoordelijkheid voor bij de vervoerders. Deze emancipatie is niet overal vanzelfsprekend en de ETF heeft het voornemen om dit te verbeteren en spoorbedrijven ervan bewust te maken dat zij daar een belangrijke rol in hebben.
In vrijwel alle lidstaten is het voor de vervoersbedrijven lastig voldoende personeel te krijgen en te behouden en is de werkdruk bij het spoorpersoneel zeer groot. Alleen daarom al is het voor het spoorpersoneel en vervoerders belangrijk om veel meer vrouwen in de sector aan het werk te krijgen.
Wie zitten er in de FNV Spoor delegatie van de ETF 'Werkgroep Machinisten'?
Ed Visser & Henny Thissen - Machinisten DB Cargo
Mathijs Zinger & Mickey Van Mourik - Machinisten NS Reizigers