Na weken onderhandelen voor de cao Postbezorgers heeft PostNL een loonbod gedaan van 2,5% voor 15 maanden en een eenmalige netto uitkering, voor de meeste postbezorgers 50 euro. Vakbond FNV staat versteld en gaat met de leden in overleg.
Maadey Meuleman, bestuurder FNV Post en Pakketten: ‘PostNL zet de postbezorgers met zo’n schraal loonbod echt in de kou. En dat terwijl het bedrijf giga-winsten maakt en aandeelhouders miljoenen uitgekeerd krijgen.’
Door de coronacrisis heeft PostNL in 2020 een winst gemaakt van 213 miljoen euro. Met het cao-voorstel wat nu op tafel ligt gaan de postbezorgers er in koopkracht op achteruit. ‘Terwijl juist de bezorgers die miljoenen bij elkaar hebben verdiend. Zij verdienen een passende waardering. Zeker nu ze door corona en de kerstperiode extra hard moeten werken’, aldus Meuleman.
PostNL biedt de postbezorgers één van de slechtste cao’s in de vervoerdersmarkt. Het bedrijf betaalt ongeveer het minimumloon, 10 of 11 euro bruto per uur. Met de voorgestelde loonsverhoging van 2,5% gaan de bezorgers er per uur slechts 27 cent op vooruit. De bezorgers in de laagste schaal krijgen er helemaal niks bij en blijven dus op het minimumloon zitten. Meuleman: ‘Wij willen dat alle postbezorgers minstens 14 euro per uur gaan verdienen. Dat is een loon waar je van rond kunt komen.’
Naast de beloning wil FNV ook dat er iets gedaan wordt aan de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Postbezorgers moeten bijvoorbeeld hun eigen fiets gebruiken en werkschoenen betalen om het werk te doen. De post halen zij op bij onverwarmde garageboxen, zonder wc of zitgelegenheid. Meuleman: ‘Postbezorgers gaan door weer en wind om Nederland te voorzien van post, ook in de drukke decembermaand. Dan wordt er altijd iets extra’s van de bezorgers gevraagd. Toch blijft het bedrijf de bezorgers minimaal belonen.’
FNV gaat zich beraden op de ontstane situatie en de komende weken vragen aan de achterban hoe zij hier mee om willen gaan. Meuleman: ‘Wij gaan voor koopkrachtbehoud, een reële loonstijging en goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Wat er nu op tafel ligt voldoet daar in ieder geval niet aan.’