Corona en schil 2 en schil 3 werknemers Arriva

Alle openbaar vervoerbedrijven - en dus ook Arriva - hebben momenteel in meer of mindere mate te maken met minder dienstregelingsuren omdat het aantal passagiers sterk is gedaald.

Gevolgen van corona

Door het schillenmodel heeft Arriva een grote mate van flexibiliteit (schil 2 en 3). Zonder schillenmodel zouden de werknemers in schil 3 ook in dienst zijn geweest van Arriva en zouden de schil 2 medewerkers -indien zij dit zelf zouden willen - een fulltime arbeidsovereenkomst hebben gehad. Als er dan sprake zou zijn geweest van afschaling van de dienstregeling (en dus ook minder personeel nodig) dan zou Arriva op basis van artikel 6 van de cao Openbaar Vervoer met de vakbond het overleg hebben moeten voeren over de personele consequenties van deze afschaling. Dat overleg heeft nu niet plaatsgevonden omdat deze werknemers niet in dienst zijn van Arriva (uitzendkrachten) of een min-max-contract hebben. Inmiddels is ruimschoots bekend dat werknemers met een “onvast” contract de gevolgen van corona dagelijks ondervinden.

Aan de kant geschoven

Wij horen van de werkvloer terug dat de werknemers in schil 2 (nooit meer dan het min. aantal uren) of niet of veel minder (schil 3) worden ingezet. Daarnaast bereiken ons echter ook berichten dat externe bedrijven nog wel aan het werk zijn. Het voelt voor de werkvloer niet goed dat de schil 3 medewerkers - vaak al jaren trouw aan Arriva en in afwachting van het doorschuiven naar schil 2 (en dus met een arbeidscontract met Arriva) aan de kant worden geschoven terwijl werknemers van externe bedrijven nog wel aan het werk zijn. Om een inschatting te kunnen maken van de gevolgen en grootte van deze groep hebben wij Arriva om een overzicht van de bezetting in de diverse schillen van vóór corona en na corona gevraagd. Bovendien hebben wij ook gevraagd hoeveel dienstregelingsuren er nog door externe bedrijven worden gereden en hoe de ingehuurde touringcarchauffeurs betaald worden.

Zodra wij door Arriva geïnformeerd worden, hoor je weer van ons.