Vakbond FNV heeft na een moeizaam onderhandelingsproces afspraken kunnen maken over loon en andere arbeidsvoorwaarden voor de ruim 7.000 medewerkers in de afvalverwerking.
In het onderhandelaarsakkoord van de cao GEO (grondstoffen, energie en omgeving) krijgen medewerkers een loonsverhoging van 3,75% in een jaar én een eenmalige netto uitkering van 125 euro. Daarnaast krijgen 200 medewerkers met een onzeker flexcontract een vaste baan en worden de afspraken uit het pensioenakkoord over de zware beroepenregeling ingevoerd vanaf 1 januari 2021.
Hanan Yagoubi, bestuurder FNV Publiek Belang: ‘Voor medewerkers in de sector was een goede, eerlijke loonontwikkeling een heel belangrijk punt. Maar die dreigde via andere verslechteringen weer terug te vloeien naar de werkgevers. Gelukkig hebben we dat met onze leden van tafel gekregen en nu ligt er een goed resultaat van 3,75%, voor jongeren zelfs oplopend naar 6,8%. Ook zijn we tevreden over 200 vaste banen erbij.’
Als leden van de vakbonden instemmen met de afspraken, gaat de cao per januari 2020 in voor de duur van 12 maanden. Op 1 maart 2020 ontvangen medewerkers een structurele loonsverhoging van 2,75% en een eenmalige uitkering van 125 euro op basis van een fulltime dienstverband. In augustus volgt een structurele loonsverhoging van 1%. De jeugdloonschalen worden verhoogd met 2,5%; dat betekent dat het loon van een 18-jarige van 85% naar 87,5% stijgt van het volwassen loon.
In het onderhandelingsresultaat zijn er afspraken gemaakt om gezond de eindstreep te halen. Medewerkers krijgen twee betaalde studiedagen - medewerkers in de ploegendiensten zelfs vier - voor scholing. Zo krijgen zij de mogelijkheid door te groeien naar functies met mogelijk minder fysiek en zwaar werk. Ook gaat een werkgroep de afspraken uit het pensioenakkoord verwerken, zodat deze vanaf 1 januari 2021 in kunnen gaan. Dit betekent onder andere dat er afspraken komen dat medewerkers met een zwaar beroep eerder kunnen stoppen. Ook wordt er gekeken of medewerkers met meer dan 45 dienstjaren gebruik kunnen gaan maken van de tijdelijke regeling om eerder te stoppen met werken.
Yagoubi: ‘Het is goed dat er afspraken komen die medewerkers meer grip geven op hun loopbaan en gezondheid. Ze werken in een sector die een zwaar beroep doet op hun fysiek met onregelmatig werk in ploegendiensten en er is een hoog risico op ongevallen. Medewerkers moeten de kans krijgen om hierin beter voor zichzelf te kunnen zorgen. Daarbij hoort ook het stoppen met werken na 45 jaar.’
Het is nu aan de leden om te beoordelen of het een goed onderhandelingsakkoord is. Werkgevers hebben inmiddels ingestemd met dit resultaat.