FNV is in 2015 gestart met een rechtszaak tegen de Deense steenwolfabrikant Rockwool. Twee FNV-leden die via een uitzendbureau werkten voor het bedrijf hebben ten onrechte jarenlang een lager salaris uitbetaald gekregen dan hun collega’s die hetzelfde werk deden. De rechter heeft Rockwool daarom veroordeeld tot het nabetalen van loon met rente en de proceskosten.
Paul Smink, bestuurder FNV Procesindustrie: ‘Met deze uitspraak is het standpunt van de FNV bevestigd: de uitzendkrachten binnen Rockwool verdienen gelijk loon voor gelijke arbeid. Dat is van groot belang. Want het is het werk dat je doet dat de beloning bepaalt, niet de vraag of je rechtstreeks in dienst bent van Rockwool of van een uitzendbureau!’
De FNV is al vanaf 2015 bezig met deze rechtszaak die zich dus al 6 jaar heeft voortgesleept. De FNV heeft Rockwool geïnformeerd dat de beide proefprocedures zijn gewonnen. Smink: ‘We hebben hen uitgenodigd om een algemene regeling aan te bieden aan de andere uitzendkrachten. Het gaat volgens onze schattingen om nog een paar honderd mensen die kortere of langere tijd voor Rockwool hebben gewerkt. Doen ze dat niet, dan loopt Rockwool de kans dat er nieuwe individuele procedures worden opgestart. Daarin zullen we dan het onterecht te weinig betaalde loon en de juridische kosten van de procedures vorderen.’
In de cao van Rockwool staat dat uitzendkrachten eenzelfde salaris dienen te verdienen. In de cao staat ook dat het bedrijf erop moet toezien dat werknemers die hetzelfde werk doen hetzelfde salaris betaald krijgen. Rockwool heeft in 2020 in het eerste coronajaar een recordwinst van 39 miljoen euro gedraaid.