Winkelpersoneel in Amsterdam en Rotterdam moet sinds kort verplicht een mondkapje dragen. De FNV ontvangt een hoop verontruste telefoontjes van winkelmedewerkers. ‘Mensen willen veilig werken, maar hebben liever dat de 1.5 meter maatregel gehandhaafd wordt’, zegt Linda Vermeulen, vakbondsbestuurder in de winkelstraat.
‘Bovendien, de hele dag met een mondkapje op werken, zeker in deze hittegolf, is enorm zwaar.’
Vermeulens telefoon staat roodgloeiend van winkelmedewerkers die met een mondkapje moeten werken. ‘Sommige winkelmedewerkers zijn bang dat een mondkapjesplicht een extra reden is voor klanten om de 1,5 meter afstand nóg meer te negeren, met het valse argument dat een mondkapje toch genoeg veiligheid biedt.’
De FNV wil dat grote winkelketens hun verantwoordelijkheid nemen. Vermeulen: ‘Veel winkels en supermarkten draaien enorme omzetten, maar om een werknemer vrij te stellen om te handhaven of een beveiliger aan te stellen moeten ze extra investeren en dat is voor veel van hen te veel gevraagd. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen, zo zien we goede inspanningen voor veilig werk bij de Bijenkorf en Ikea.'
De meeste winkelmedewerkers verdienen het minimumloon of net daar boven. Ook als zij al tien jaar in de winkel werken of een leidinggevende functie hebben. Bij winkelketens zijn de salarissen bevroren en brokkelen de arbeidsvoorwaarden steeds verder af. Vermeulen: ‘Het is geen toeval dat juist daar waar al jaren niet geïnvesteerd wordt in personeel, weinig wordt ondernomen om corona terug te dringen.’
Volgens Vermeulen is het korte-termijn-winstdenken van grote winkelketens een gevaar voor Nederland en een typisch voorbeeld van ‘penny wise, pound foolish. 'Op de korte termijn geld besparen, kan op de lange termijn veel meer geld kosten. De risico’s op verspreiding van het coronavirus nemen toe. Met als gevolg meer ziekmeldingen en in het allerergste geval, wat niemand wil, een tweede lockdown. De gevolgen hiervan voor de samenleving én de gevolgen voor de omzetten van de winkels staan in geen verhouding tot de kosten van handhaving van de coronamaatregelen.’