In 2020 werd een zwaar bevochten pensioenakkoord afgesloten met de overheid. Over een minder sterke stijging van de AOW-leeftijd, over een nieuw pensioenstelsel, maar ook over de mogelijkheid van het afspreken van zwaarwerkregelingen in de cao.
De zwaarwerkregeling is tijdelijk. Tot en met 31 december 2025 kunnen er afspraken gemaakt worden in cao’s en tussen werkgevers en werknemers individueel. De reden daarvoor is dat er een onderzoek zou plaatsvinden of een landelijke afspraak mogelijk is. Bijvoorbeeld na 45 jaar werken gebruik maken van de AOW.
Het onderzoek is afgerond en het ligt erg ingewikkeld. Zo kan de overheid bijvoorbeeld alleen terugzien of er gewerkt is tot halverwege de jaren 90. Toch blijft dit onze belangrijkste inzet.
Maar ondertussen hebben een flink aantal sectoren werkende zwaarwerkregelingen. Zo ook voor de werknemers onder de cao Bouw & Infra. De belangrijkste kenmerken zijn:
Alle voorwaarden kun je teruglezen op www.zwaarwerkregeling.nl
Veel mensen maken gebruik van de zwaarwerkregeling. Meestal in combinatie met het naar voren halen van een stukje van je aanvullend ouderdomspensioen. De ervaring leert dat de meeste mensen die zich laten voorrekenen door de Vakbondsconsulenten van FNV Bouwen & Wonen wat de effecten daarvan zijn, op het eerste moment dat het kan, gebruik maken van de regeling.
Er zijn ook nadelen van het vastleggen van dit soort regelingen in cao’s. Zo geldt de regeling alleen maar als je onder de cao valt. En als dat ook voldoende jaren zo was. Zo is voor uitzendkrachten nog niets geregeld. Zij vallen onder de cao voor het Uitzendwezen. Afspraken voor hen maken in de cao Bouw & Infra is niet toegestaan. Maar er zijn natuurlijk ook situaties te bedenken dat mensen van het ene zware werk naar het andere gaan onder verschillende cao’s en ze daardoor niet komen aan de vereiste 20 jaar. Soms zijn er afspraken tussen cao partijen over het meetellen van elkaars jaren. Zo heeft de bouw bijvoorbeeld afspraken met de Timmerindustrie en de Bikudak. Maar heel vaak zal dat niet het geval zijn.
Onze voorkeur gaat daarom nog altijd uit naar een landelijke regeling die voor iedereen gelijk is. Maar als dat niet lukt dan willen we uiteraard graag verder met wat we hebben, met hier en daar een verbetering. Daarover moeten afspraken gemaakt worden in de cao. De eerstkomende onderhandelingen zal dit onderwerp dan ook (weer) prominent op de agenda komen te staan.