Positieve verandering in ledencijfers FNV
2023 en 2024 laten een positieve trendbreuk zien
Vakbond FNV ziet in 2023 en 2024 een positieve verandering in de ledencijfers. ‘We zien in 2023 en 2024 dat er jaarlijks zo’n 60.000 mensen lid worden’, reageert Dick Koerselman, interim-voorzitter FNV, op de rapportage van het CBS van vrijdag 31 oktober waarin zij elke 2 jaar kijken naar de ledenontwikkeling.
‘Mensen zien dat wij opkomen voor goed werk en inkomen, nu en in de toekomst. Daarmee boksen we tegen de vergrijzing op en de uitstroom die je daarbij verwacht. De inzet van alle leden en kaderleden en medewerkers zorgt ervoor dat steeds meer mensen zich weer bij ons aansluiten’, vervolgt Koerselman.
‘Er worden al met al voor zo’n 5 miljoen werkenden cao’s afgesloten. Met elkaar hebben we gezorgd voor koopkrachtherstel in tijden van grote inflatie en knokken we nu tegen de bezuinigingen die op de loer liggen. Daarnaast sluiten steeds meer mensen zich aan vanwege onze hoog gewaardeerde juridische dienstverlening, loopbaanadvies en belastingservice. De afgelopen decennia zagen we dat de vakbond leden verloor, maar sinds 3 jaar is dat nog maar nauwelijks het geval.’
Vooral meer jongeren en vrouwen
De hoeveelheid inschrijvingen per jaar stabiliseert nu rond de 60.000. Dat was voorheen rond de 40.000. Koerselman: ‘Op sommige dagen zien we dat er zich 500 nieuwe leden inschrijven. Gemiddeld zijn er meer dan 1.000 mensen per week die zich bij ons aansluiten. We zien daarnaast dat ons ledenbestand meer divers wordt. Het aantal vrouwen groeit gestaag.’
‘We zien de grootste instroom bij de werkenden van 25 tot 35 jaar. Een nieuwe generatie leden sluit zich aan bij de vakbond. Ook zij zien dat je samen sterker staat. Het minimumjeugdloon wordt door de inzet van de jongeren al afgebouwd en we strijden voor totale afschaffing daarvan.’
‘Wat we hier zien, geeft iedereen goede hoop voor de toekomst. Een grote vakbond kan opkomen voor alle werkenden, gepensioneerden en mensen die om wat voor reden dan ook niet kunnen werken. Alleen zo houden we samen de WW en de WIA in stand en voeren we actie voor gezonde publieke sectoren.’
