FNV Young & United concludeert na het lezen van de Miljoenennota dat jongeren nog steeds niet serieus genomen worden door politici. Het demissionaire kabinet geeft hun toekomst drie harde klappen: het minimumjeugdloon blijft bestaan, er worden geen oplossingen geboden voor de wooncrisis onder jongeren, en de buffelboete jaagt jonge werkenden verder de armoede in.
‘Het is onbegrijpelijk dat dit kabinet opnieuw weigert het minimumjeugdloon te verhogen, ondanks dat de Tweede Kamer daar voor heeft gestemd’, zegt Neele Boelens, voorzitter van FNV Young & United. ‘Het minimumjeugdloon moet worden afgeschaft. Als je oud genoeg bent om te stemmen, zorgpremies te betalen en auto te rijden, ben je ook oud genoeg voor een volwassen loon. Jongeren krijgen nu nog steeds halfloon voor volwassen werk. Dat is onrechtvaardig, en funest voor hun zelfstandigheid.’
Volgens de plannen in de Miljoenennota stijgt de koopkracht van iedereen in Nederland volgend jaar. Maar de koopkracht van mensen met een inkomen tot € 29.500 bruto gaat er met 1,2% het minste van iedereen op vooruit. Veel studenten en jonge werkenden vallen in die groep. Hun situatie blijft zorgelijk. 'In de troonrede zei de koning terecht dat eigen woonruimte voor jongeren een cruciale stap is naar zelfstandigheid. Maar een fatsoenlijke, betaalbare kamer is nauwelijks te vinden. Zo wordt wonen een voorrecht in plaats van een recht.’
Daarbovenop treft de buffelboete veel jonge werkenden. Boelens: ‘Veel jongeren combineren hun studie met een bijbaan. Hen wordt nu een boete opgelegd omdat ze nog studeren, dus niet fulltime kunnen werken en daardoor in verhouding meer belasting moeten betalen.’
Volgens FNV Young & United laat de Miljoenennota zien dat jongeren nog steeds niet serieus genomen worden. Boelens: ‘De jeugd is de toekomst, maar met een gebrek aan actie voor het oplossen van de wooncrisis, het in stand houden van het jeugdloon, en de buffelboete zet het kabinet die toekomst op het spel. Wij roepen de Tweede Kamer op om in te grijpen. Investeer in jongeren, en repareer zo hun vertrouwen in de politiek.’