De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft voor het eerst duidelijke, wereldwijde afspraken gemaakt om werknemers beter te beschermen tegen biologische gevaren op de werkvloer. Deze afspraken staan in een nieuwe Conventie (nummer 192), die op 13 juni is aangenomen tijdens de jaarlijkse vergadering van de ILO.
Biologische gevaren zijn risico’s die ontstaan door bijvoorbeeld virussen, bacteriën of schimmels. Denk aan corona of Q-koorts. Maar het kan ook gaan om stoffen van dierlijke of plantaardige oorsprong, zoals slangenbeten of meelstof die eczeem bij bakkers kan veroorzaken.
De nieuwe regels vragen landen om beleid te maken dat werknemers beter beschermt tegen dit soort risico’s. Ook moeten landen goed voorbereid zijn op noodsituaties, zoals uitbraken of epidemieën. Werkgevers worden verplicht om samen met hun werknemers maatregelen te nemen om gevaren te voorkomen. Daarnaast moeten zij hun personeel informeren en opleiden over deze risico’s.
Naast de Conventie is er ook een Aanbeveling opgesteld. Hierin staat meer uitleg over hoe landen en bedrijven de regels kunnen toepassen. Denk aan het inschatten van risico’s, het opzetten van waarschuwingssystemen en trainingen geven aan werknemers. Ook wordt uitgelegd hoe biologische gevaren zich kunnen verspreiden, bijvoorbeeld via de lucht, door aanraking of via dieren.
De Conventie en de Aanbeveling samen vormen een stevige basis om werknemers nu en in de toekomst beter te beschermen – in alle soorten werk. Conventies van de ILO zijn bindende internationale verdragen die landen kunnen ondertekenen. Aanbevelingen zijn niet verplicht, maar geven praktische hulp bij de uitvoering.