De Wmo is een laagdrempelige en relatief lichte vorm van zorg. Wanneer mensen ouder worden is de Wmo, naast de huisarts, de eerste vorm van ondersteuning waar mensen mee in aanraking komen. Daardoor vervult de Wmo een belangrijke, niet vervangbare rol in de zorgketen.
Huishoudelijke zorgmedewerkers doen meer dan alleen zorgen voor een schoon huis: ze signaleren hoe het gaat met de cliënt, of er geen beschimmeld eten in de koelkast ligt en of iemand niet warriger is dan normaal.
In het Integraal Zorgakkoord staat dat gemeenten vanaf 2025 jaarlijks structureel 110 miljoen euro extra krijgen om ‘de druk op de Wmo-voorzieningen te beperken’.
Staatssecretaris Van Ooijen heeft in maart 2022 de hoofdlijnen voor de WMO voor de komende kabinetsperiode op een rij gezet. Voor de komende jaren gaat het om de volgende maatregelen.