FNV Streekvervoer is verheugd over de nieuwe wet van Kamerleden De Hoop (GL-PvdA) en Van Dijk (NSC), die provincies de mogelijkheid geeft om zelf een openbaarvervoerbedrijf op te richten. Tot nu toe waren provincies verplicht om het streekvervoer openbaar aan te besteden. Deze wet betekent volgens de vakbond een historische kentering.
‘Eindelijk krijgen provincies weer de kans om het openbaar vervoer in publieke handen te nemen’, zegt Marijn van der Gaag, bestuurder FNV Streekvervoer. ‘Dat is goed nieuws voor reizigers én voor werknemers.’
De vakbond wijst erop dat het huidige aanbestedingssysteem vooral de lijnen met weinig reizigers heeft uitgehold. Ritten die niet rendabel zijn werden geschrapt of er werd minder gereden. Dorpen en kleine kernen raakten hun bus kwijt, provincies hadden nauwelijks grip op vervoerders die dienstregelingen wilden afschalen en de concurrentie nam steeds verder af. Dat leidde tot hogere kosten en minder passend openbaar vervoer.
Met de nieuwe wet krijgen provincies de vrijheid om in te grijpen als het aanbod kwetsbaar of onvoldoende is. Dat biedt volgens FNV kansen om het OV weer in publieke handen te krijgen als de markt faalt. Van der Gaag: ‘Dit is een historische kans om reizigers en werknemers weer centraal te stellen. Met een provinciaal OV-bedrijf kunnen we de bereikbaarheid van álle inwoners beter garanderen, en eindelijk weer investeren in werknemers in het streekvervoer.’