Zaterdag leggen chauffeurs in het streekvervoer in Enschede, Hengelo, Haaksbergen en Tilburg het werk neer. Het is de tweede staking in een landelijke estafette van streekvervoerstakingen voor een betere cao. In de sector is al tijden sprake van toenemende werkdruk, onder andere veroorzaakt door personeelstekort.
Met de stakingen willen de chauffeurs onder meer een hogere beloning afdwingen om zo meer jonge chauffeurs te trekken. Marijn van der Gaag, bestuurder FNV Streekvervoer: ‘Tot nu toe stellen de werkgevers zich ronduit arrogant op tegen hun eigen chauffeurs. Ze reageren niet op de signalen van hoge werkdruk, ze vragen juist om nog meer productiviteit en flexibiliteit van de chauffeur.’
De vakbond en de leden begrijpen dat staken in het openbaar vervoer voor overlast voor het publiek kan zorgen. Er wordt wel geprobeerd dat te beperken, zo wordt er tijdens de eindexamens niet gestaakt. Van der Gaag: ‘Dat de chauffeurs toch staken, laat zien hoe hoog de nood is. Door slechte beloning komen er te weinig nieuwe, jonge collega’s bij en de werkdruk is al jarenlang zo hoog dat het ziekteverzuim op sommige plekken 25% is. Daar moeten de werkgevers zich echt harder voor gaan inzetten.’
De nieuwe cao moet gaan gelden met terugwerkende kracht van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2022. In het streekvervoer werken in totaal zo’n 13.000 mensen.