Vandaag sturen vakbonden FNV en CNV en werkgeversorganisatie Koninklijk Nederlands Vervoer een brandbrief naar minister De Jonge van VWS. De sociale partners maken zich grote zorgen over de toekomst van het zorgvervoer. Volgens de organisaties brengt de huidige stilstand door de coronacrisis de sector op de rand van de afgrond.
Eerder riepen de partijen de opdrachtgevers al op om zorgvervoerders tijdens de coronacrisis door te betalen voor niet gereden ritten. Opdrachtgevers aarzelen echter nog vaak om duidelijkheid te geven aan vervoerders of wijzen de oproep af. De partijen doen daarom een dringend appel op de minister om als systeemverantwoordelijke duidelijk te maken dat er tijdens de coronacrisis een plicht tot doorbetalen van de zorgvervoerders bestaat en om daarop te gaan sanctioneren.
De tarieven en de marges in het zorgvervoer zijn al jaren laag. Deze crisis komt daarover heen en kan daarom de nekslag worden voor veel bedrijven. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de bedrijven en de werknemers, maar vooral ook voor de mensen die afhankelijk zijn van het zorgvervoer. De sociale partners doen er alles aan om dit te voorkomen.
De NOW-regeling en aanvullende maatregelen (zoals opschorting loonbelastingbetaling) bieden te weinig soelaas, omdat een groot deel van de vaste kosten doorloopt. De zorgvervoersector - een essentieel onderdeel van de zorgketen in Nederland om de mobiliteit van kwetsbare groepen te garanderen - ziet doorbetaling daarom als de enige optie om door te kunnen. De sector sluit daarmee ook aan op de lijn van het kabinet.
Onderzoeksbureau Panteia zocht uit wat nodig is om zorgvervoer ook na de coronacrisis te garanderen. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer alle opdrachtgevers 80% van de normale budgetten doorbetalen, ook als er geen ritten plaatsvinden, het grootste deel van de sector door de crisis komt. Het kabinet stelt dat wanneer de overheid opdrachtgever is, de overheid de beschikbare budgetten moet doorbetalen aan opdrachtnemers om hun continuïteit te garanderen.
De sociale partners roepen de minister dan ook op gevolg te geven aan zijn woorden. Zij vragen van de minister om er voor te zorgen dat minimaal 80% van de vaste kosten door wordt betaald als een gemeente, zorginstelling of zorgverzekeraar de opdrachtgever is. Als die niet doorbetalen, willen de sociale partners dat de minister gaat handhaven.
Daarnaast vragen de sociale partners de minister om, waar nodig, opdrachtgevers te verplichten van het resterende vervoer (bijvoorbeeld ten behoeve van nierdialyse) de meerkosten door inefficiëntere routes en het hanteren van strikte coronaprotocollen, ook te vergoeden. Ook verwachten de sociale partners van de minister dat opdrachtgevers die door de doorbetaling zelf in de problemen komen, de helpende hand geboden worden middels financiering door het Rijk.