Mensen die bijvoorbeeld werken als thuishulp en vallen onder de zogeheten Regeling Dienstverlening aan Huis (RDH) genieten niet dezelfde rechten als andere werknemers. Ze bouwen geen pensioen op en ontberen bepaalde vormen van sociale zekerheid. Wat FNV betreft wordt er zo snel mogelijk een einde gemaakt aan deze onwenselijke situatie.
Gisteren begon een rechtszaak van één van deze thuishulpen die via de rechter tóch een werkloosheidsuitkering wil afdwingen. Vakbondsbestuurder Lisa Grooteman: 'Huishoudelijk werk is normaal werk en zou ook zo gewaardeerd moeten worden. Het is niet meer van deze tijd dat werknemers uitgesloten zijn van basale rechten als een uitkering bij werkloosheid. De RDH zou zo snel mogelijk afgeschaft moeten worden.'
In 2006 is de RDH ingevoerd. Particuliere huishoudens konden door deze regeling gemakkelijk mensen inhuren voor werk rond het huis of huishouden. Dan kan het gaan om schoonmaakwerk, op de kinderen passen en werk in de tuin. Wanneer een werknemer minder dan vier dagen per week bij hetzelfde huishouden in dienst is, hoeven er geen sociale premies afgedragen te worden. Daardoor hebben de werknemers onder de RDH nauwelijks een vangnet wanneer ze ontslagen worden of ziek worden. Ook bouwen ze geen pensioen op.
In 2011 werd het zogeheten ILO Verdrag 189 afgesloten. Dit verdrag regelt dat huishoudelijk werkers recht hebben op volwaardige werknemersrechten. Nederland stemde in 2011 voor dit verdrag, maar heeft het nog niet geratificeerd. Eerder werd Nederland al op de vingers getikt door de VN commissie die rapporteert over het VN Vrouwenverdrag. Omdat vooral vrouwen werkzaam zijn als huishoudelijk werker en een slechtere arbeidspositie hebben, is er volgens de VN sprake van discriminatie op grond van geslacht. Hierdoor hebben 95% van de huishoudelijk werkers in Nederland geen toegang tot sociale zekerheid. Dit zou wat de FNV betreft zo snel mogelijk gerepareerd moeten worden.