De cao Winkelstraat werkt in het nadeel van de werknemers van Wibra. Dat concludeert FNV naar aanleiding van de uitspraak van de rechter vandaag in een zaak van FNV tegen Wibra over niet gewerkte uren tijdens de lockdown.
Linda Vermeulen, bestuurder FNV Handel: ‘Maandenlang komen medewerkers van Wibra nu al op voor een eerlijke verrekening van die uren en nu lopen ze tegen de beperkingen van deze slechte cao aan, die wij terecht niet hebben ondertekend.’
Volgens de rechter hadden CAO-partijen in november 2020, midden in de coronapandemie, bij het afsluiten van de nieuwe cao ‘eens kritisch’ naar de materie van de niet-gewerkte uren moeten kijken. Doordat de betrokken partijen dat niet deden, zitten werknemers nu met een hoge rekening, aldus het vonnis. ‘Deze uitspraak toont aan dat de polder in de winkelstraat niet werkt. Het is tijd voor een grote verandering’, aldus Vermeulen.
De FNV bestudeert de uitspraak en bekijkt of verdere juridische stappen genomen kunnen worden. ‘We blijven ook andere bedrijven nauwlettend volgen. Het is onbegrijpelijk dat bedrijven miljoenen steun kunnen ontvangen én de rekening ook nog eens bij de werknemer met lage lonen neer kan leggen. Deze dump-cao is een voorbeeld van hoe het niet moet, want blijkbaar kan alles, maar het is moreel verwerpelijk’, aldus Vermeulen.
Ook al heeft de FNV de cao Winkelstraat niet ondertekend, toch heeft de rechter bepaald dat de FNV mag opkomen voor de collectieve belangen van alle werknemers in deze sector. Dat is een overwinning voor de vakbond. Werkgevers mogen de FNV niet zomaar buiten de deur houden. Vermeulen: ‘De cao voor de winkelstraat is een van de slechtste cao’s van het land en komt onder discutabele omstandigheden tot stand. De FNV tekent deze cao niet, maar is wel de partij die steeds misstanden in de winkelstraat aan de orde stelt en voor oplossingen opkomt.’
In de uitspraak gaat de rechter mee met het betoog van Wibra dat het ‘maar om 40 minuten per week’ gaat. ‘Bij de FNV komen voorbeelden binnen van veertig, vijftig of meer dan honderd uur die medewerkers deze zomer moeten inhalen. Overigens zou veertig minuten op een contract van 21 uur per week ook al veel en onredelijk zijn voor mensen met een kleine arbeidsomvang en een laag loon’, aldus Vermeulen.
Verder lijkt het er volgens de FNV op dat de rechter zich niet heeft gerealiseerd dat de NOW-regeling niet alleen betrekking heeft op vaste krachten, maar juist ook op uitzend- en oproepkrachten. Vermeulen: ‘Juist deze groep wordt door Wibra extra benadeeld. Zij misten al uren tijdens de lockdown en nu met het inhalen van de min-uren, vullen vaste krachten uren in, die normaal door uitzend- en oproepkrachten zouden worden ingevuld.’