200.000 winkelmedewerkers vinden looneis 5% belangrijkst nieuwe cao

Winkelmedewerkers vinden dat de lonen in de winkelstraten omhoog moeten. In een onderzoek uitgevoerd door Totta Research geven zij massaal aan (87%) dat loonsverhoging bovenaan moet staan bij de nieuwe cao-onderhandelingen. Onder jongeren tot 30 jaar leeft dit zelfs nog sterker (95%). Aan het onderzoek deden bijna 1400 medewerkers van verschillende winkelketens mee.

De FNV biedt vandaag de inzetbrief aan de werkgevers aan voor de nieuwe cao Retail Non Food. Onder die cao voor deze vitale beroepsgroep, vallen zo’n 200.000 mensen. De afgelopen jaren zijn de lonen in deze sector bevroren en de toeslagen verlaagd. Het wettelijk minimumloon is de norm. Uit het onderzoek blijkt dat de door de winkels uitbetaalde lonen onderling nauwelijks verschillen. Vanaf 21 jaar verdienen de meesten rond de 10 euro bruto per uur. Jongeren verdienen vanaf 3,50 euro bruto per uur.

Onderzoek

Voorafgaand aan de cao-besprekingen heeft de FNV een onderzoek laten doen onder leden en niet-leden. Linda Vermeulen FNV-bestuurder Handel: ‘Wij willen weten wat alle winkelmedewerkers willen. Wat vinden zij het belangrijkste om afspraken over te maken met de werkgevers. Met stip op 1 staat het loon. Er moet structureel 5 procent bij. We willen toe naar een wettelijk minimum uurloon van tenminste 14 euro per uur.’

Geld lenen om rond te komen

De FNV vindt dat iedereen een leefbaar loon moet verdienen. Vermeulen: 'Dit is echt nodig. Zo is bijvoorbeeld 6 procent van alle getrouwde of samenwonende medewerkers, alleenverdiener. Drie op de tien van de alleenverdieners (31 procent) geeft aan maar net aan rond te kunnen komen. Terwijl één op de zeven alleenverdieners (14 procent) aangeeft niet rond te kunnen komen. Ze geven in de toelichting aan nauwelijks te kunnen sparen of dat ze zelfs geld moeten lenen. Het is natuurlijk ongehoord dat er mensen zijn die werken, die vervolgens geld moeten lenen om hun huur en eten te betalen.’ 

Grotere contracten

Tegelijk met een loonsverhoging dragen grotere (meer uren) en vaste contracten ook bij aan het verbeteren van de leefsituatie van winkelmedewerkers. Van de medewerkers met een contract kleiner dan 24 uur, geeft 34 procent aan meer uren te willen werken. Medewerkers met een relatief laag inkomen willen vaker meer uren werken dan medewerkers met een hoger inkomen: 42 versus 12 procent. Uit het onderzoek blijkt dat medewerkers die vallen onder de cao Retail Non Food relatief vaker een contract voor bepaalde tijd of een tijdelijk contract hebben dan winkelpersoneel dat onder andere cao's valt; 16/19 procent versus 2 procent.

Omzetten blijven stijgen

In de detailhandel wordt voor het overgrote deel tijdens deze pandemie flink veel omzet gedraaid. Vermeulen: ‘Het is hoog tijd dat de medewerkers die deze behoorlijke omzetgroei mogelijk maken de waardering krijgen waar ze recht op hebben. Zij hebben gewoon recht op een leefbaar loon. Dat is goed voor hen, en voor onze economie.’