De grote estafettestaking in het hoger onderwijs gaan dinsdag door. Medewerkers en studenten van de Universiteit Utrecht, de Hogeschool Utrecht en de Universiteit voor Humanistiek nemen op 11 maart het stakingsstokje over van hun collega’s in Leiden. Docenten, studenten en medewerkers protesteren massaal tegen de desastreuze onderwijsbezuinigingen die het kabinet wil doorvoeren.
‘Deze bezuinigingen moeten gewoon van tafel’, zegt Bernard Koekoek, bestuurder van FNV Onderzoek en Onderwijs. ‘Het kabinet zet de botte bijl in de toekomst van Nederland. Deze plannen gaan rampzalig uitpakken voor studenten en werknemers van het hoger onderwijs. Door actie te voeren willen we dat voorkomen.’
De komende weken leggen Nederlandse universiteiten en hogescholen één voor één een dag lang het onderwijs en onderzoek plat. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat medewerkers van Nederlandse universiteiten op deze manier staken.
'De bezuinigingsplannen voor het hoger onderwijs hebben grote gevolgen voor werknemers en studenten’, zegt Koekoek. ‘De onzekerheid onder personeel is hoog. We zien nu al dat er geschrapt wordt in het onderwijsaanbod en dat werknemers hun baan verliezen. De werkdruk neemt toe, het aanbod verschraalt en de kwaliteit van onderwijs komt onder druk te staan.’
De estafettestaking in het hoger onderwijs wordt georganiseerd door WOinActie, vakbonden AOb en FNV, studentenvakbonden en andere actiegroepen. De stakingen komen in aanloop naar het debat in de Eerste Kamer over de onderwijsbegroting op dinsdag 25 maart. Naar verwachting zal de Eerste Kamer een week later stemmen over de begroting.
Op 25 november protesteerden meer dan 25.000 studenten en werknemers op het Malieveld tegen de onderwijsplannen van het kabinet. Onder druk van dat protest ging bijna de helft van de toen nog twee miljard aan geplande bezuinigingen van tafel. Koekoek heeft goede hoop dat door de nieuwe protesten ook de resterende bezuinigingen geschrapt gaan worden. ‘De Eerste Kamer moet hier een stokje voor steken. Onderwijs en onderzoek horen beschermd te worden, niet afgebroken.’