Opinie van kaderlid Anne van Dijk over aanpak van pensioen en AOW discussie
Cao-voorstellen van vakbonden worden opgesteld na raadpleging van leden en niet leden. Vervolgens wordt de uitkomst door het kaderorgaan vastgesteld en bij de werkgever of werkgeversorganisatie ingediend. De tegenvoorstellen van de werkgever of werkgeversorganisatie worden in een vergelijk aan de leden en werknemers bekend gemaakt. Na elke onderhandeling verschijnt een pamflet met de stand van zaken. De uitkomst van de onderhandelingen wordt in achterbanvergaderingen voorgelegd. Als de uitkomst onvoldoende is, wordt daar besloten tot het stellen van een ultimatum en het voeren van actie.
Ik vind dat wijziging van het pensioenstelsel en de AOW op dezelfde wijze aan vakbondsleden en werknemers voorgelegd en gerapporteerd moeten worden alsof het een cao-onderhandeling is. Het algemene FNV-beleid over pensioenen is vastgesteld in het ledenparlement na achterbanvergaderingen. De kosten afschaffing doorsnee premie, iets wat de meerderheid van de politieke partijen wil, mag niet op de werknemers afgewenteld worden. Het solidair aanvullende pensioen moet blijven. Indexatie moet er komen. Het vermogen van de pensioenfondsen is verdubbeld sinds 2008. Er komt meer binnen dan er uitgekeerd wordt. Doordat pensioenfondsen gedwongen zijn te rekenen met de kunstmatige lage rekenrente, mag er niet geïndexeerd worden. Er moet een oplossing komen voor zware beroepen.
De onderhandelingen in de SER zijn voor werknemers onduidelijk. Zij zouden wat mij betreft openbaar moeten zijn. De vakbondsleden en overige werknemers moeten volgens mij geïnformeerd worden over de verslechteringen die voorgesteld worden door werkgevers en regeringsvertegenwoordigers en wat vakbonden ertegenover stellen. Wat de FNV er tegenoverstelt is bevriezing AOW-leeftijdsverhoging, indexatie van pensioenen van alle generaties, stoppen boetes op eerder stoppen en per sector oplossingen voor zware beroepen.
Onvoldoende duidelijk zijn de verslechteringsvoorstellen van de politiek. Het afschaffen van de doorsnee premie met als "argument" dat jeugd nu nadeel heeft omdat die langer spaart en dus meer rendement zou moeten krijgen. Dat elke oudere eerder jonger is geweest ontgaat kennelijk de hoogopgeleide politici. Er zijn steeds meer deskundigen die pleiten voor behoud van het huidige aanvullende pensioensysteem.
Dat indexatie van het aanvullende pensioen niet plaatsvindt komt doordat de overheid de rente kunstmatig laag houdt, ten voordele van rente op leningen van de overheid en ten koste van het pensioen van werknemers. Ook is onvoldoende bekend dat voorgaande kabinetten, de pensioenopbouw hebben verslechterd met 17% hetgeen ten koste gaat van toekomstige pensioengerechtigden. Let wel de AOW-leeftijd wordt in Nederland door versnelde leeftijdsverhoging 67 jaar. Dat is 9 tot 10 jaar eerder dan in Duitsland en België.
Vooral mensen die lichamelijke arbeid doen zijn benadeeld door de AOW-leeftijd verhoging. Deze mensen leven 6 jaar korter en 15 jaar minder gezond. Deze mensen werken langer dan mensen met een hoge opleiding. Van de werknemers die lichamelijke arbeid doen is 70% eenverdiener. Zij moeten het 50% AOW doen, voor 2015 was dat 100%, tot dat beide partners AOW gerechtigd zijn. Het is een grove misstand waar de meeste politieke partijen over zwijgen, ook de partijen die zeggen op te komen voor eenverdieners.
Tijd voor een referendum over de AOW-leeftijd en over de regels voor het aanvullende pensioen.
Anne van Dijk, Rottevalle.