Waar je nu nog één maand WW opbouwt per gewerkt jaar, willen CDA en D66 dat terugbrengen naar een halve maand. FNV Young & United waarschuwt dat die plannen desastreus uitpakken voor jongeren.
‘Als het aan het CDA ligt hebben jongeren pas na 48 jaar onafgebroken werken recht op een volledige WW. Dat haalt bijna niemand. Het is een absurde bezuiniging die keihard ingrijpt in de bestaanszekerheid van jonge mensen op het moment dat zij dit het hardst nodig hebben’, zegt Neele Boelens, voorzitter van FNV Young & United.
Vooral jonge werknemers en flexwerkers worden geraakt door de plannen van CDA en D66. Veel jongeren hebben een flexibel contract of wisselen vaker van baan, waardoor hun WW-opbouw nu al beperkt is. ‘Daar komt bij dat jongeren vaak nauwelijks spaargeld hebben en als je dan ook nog eens minder snel rechten opbouwt, val je na ontslag supersnel in een financieel gat’, stelt Boelens. ‘De WW is bedoeld als vangnet, maar starters gaan keihard door de gaten vallen die D66 en CDA er nu in knippen.’
De jongerentak van de FNV benadrukt dat bestaanszekerheid voor jongeren juist versterkt moet worden, niet uitgekleed. ‘Politieke partijen zeggen graag dat ze jongeren willen helpen aan zekerheid en een toekomstperspectief, maar deze onnodige bezuinigingen bereiken het tegenovergestelde’, vindt Boelens. ‘Onbegrijpelijk van CDA en D66. Net als het jeugdloon is dit uitbuiting van jongeren. We betalen vaker hoge premies maar krijgen daar helemaal geen zekerheid voor terug.’
FNV Young & United roept alle politieke partijen op om de WW-opbouw te behouden zoals die nu is: één maand recht per gewerkt jaar, met een maximale duur van twee jaar. Daarmee kunnen jongeren bij werkloosheid rekenen op een eerlijk vangnet dat hen helpt om weer snel een baan te vinden zonder direct in armoede te belanden. Bovendien gaat het hier niet uitsluitend om jongeren. In totaal komt één op de vijf werknemers gedurende zijn loopbaan in de WW terecht. ‘Iedereen kan dus zijn baan kwijtraken, of je nu 25 of 55 bent. De WW is geen hangmat, maar een broodnodig vangnet om te overleven. Dat moet je onderhouden, niet afbreken’, aldus Boelens.