Dinsdag 13 juni presenteerde FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha de tussenstand van het cao-seizoen. Boufangacha: ‘We zien dat er in de afgelopen maanden ongekende afspraken over loon zijn gemaakt. Loonstijgingen met dubbele cijfers waren in sommige sectoren de norm en blijven ook hard nodig omdat de prijzen in deze periode door het plafond zijn gegaan.
Lonen stegen gemiddeld 7,1%
Waar in 2022 de gemiddelde loonstijging uitkwam op 2,9% zorgen de gemaakte loonafspraken op dit moment voor een stijging van 7,1%. Boufangacha: ‘We zien daarnaast dat we door de eisen van ‘centen in plaats van procenten’ ervoor zorgen dat vooral de laagste loonschalen de grootste groei doormaken en dat is heel belangrijk, want dit is de groep waar het water het snelst aan de lippen staat. Door de sterke loonstijging wordt het verschil met de gestegen prijzen langzaam goed gemaakt. We zijn er nog lang niet, maar hogere lonen zijn dé oplossing voor de voortdurende inflatie.’
187 cao’s voor 1,6 miljoen mensen
Het cao-seizoen loopt van 1 december tot en met 30 november. In de afgelopen maanden zijn er 187 cao’s afgesloten voor 1,6 miljoen mensen. Het aantal mensen dat minimaal 14 euro per uur verdient groeide sterk en het aantal cao’s met afspraken over het terugdringen van flex contracten verdubbelde van 22% in 2022 naar 47% tot nu toe in 2023.
Staken loont
In de afgelopen periode leidden 47 ultimatums 32 keer tot een staking. Boufangacha: ‘Staken loont. Op de plekken waar we gestaakt hebben leverde het uiteindelijke resultaat een verschil op van 104 euro per persoon per maand voor de betrokken werknemers. Daarnaast zagen we ook dat er bedrijven en sectoren in actie kwamen voor wie het de eerste keer was, of waar decennialang niet gestaakt was. Denk aan ING en het cabinepersoneel.’
Ledengroei
Ook op andere gebieden leverden de acties successen op. De FNV heeft in acht van de laatste tien maanden ledengroei geboekt, een kentering na jaren van teruglopende ledentallen. Boufangacha: ‘Het is heel belangrijk voor de vakbeweging dat deze omslag gemaakt is. We zien dat de groei ook met name zit onder de jongeren onder de 35 jaar. Hier is in de afgelopen maanden een netto-groei geboekt van 15%.’